[2 januari 1873
Aantekeningen van Mimi in Dagboek]
2 januari 1873
Aantekeningen van Mimi in Dagboek II. (M.M.)
De gecursiveerde woorden staan in het handschrift in gotische letters.
2 Jan. 's morgens.
Gister kregen wij de laatste afl. van bundel 4 die is dus gereed! - D was er mee in z'n schik. Gister en eergister avond waren wij uit. Eergister in de Saalbau Nerothal waar kersboom verloting was en dans en gister in de Römersaal dito dito. Eergister was 't iets minder soort nog en niet zoo geanimeerd. Gister avond heel aardig, en zoo vol. we moesten lang wachten eer wij een plaats vonden. D was ook nog al aardig. een oud vrouwtje dat we al meer gezien hadden verkocht bloemen. D. zeide hij haar kende. Zoo van waar? Nun, Sie sind meine erste Liebe. 't heele tafeltje aan 't lachen. 't vrouwtje protesteerde. Of zij dan z'n laatste was? Men annonceerde eene pauze. D zeide 't was nog niets geweest dan dat. Hij stelde voor eine fortsetzung der pauze. hij was nog al aardig. We kwamen om half een te huis. toen nog koffi gemaakt etc. om twee uur nr bed en beroerd geslapen alle twee. die 500 f schuld drukken mij als lood. ik denk wel hem ook.
Dezer dagen een brief van schook. Hij schreef dat in een taalkundig genoot of gezelschap de Woutertje was genoemd als 't eenig epos in onze litteratuur. D. zeide die dat gezegd heeft is een fijn opmerker als hij 't althans uit zich zelf heeft - in een van de nooten der eerste bundels heb ik er op gewezen hij legde mij toen uit wat een heldendicht is.
Dezer dagen heeft hij veel brieven geschreven. Ik wou hij eens animo kreeg in de Woutertje.