[23 december 1872
Brief van Roorda van Eysinga aan Multatuli]
*23 december 1872
Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli. (RvE, blz. 226-227).
Mais je reviendrai enz.: maar ik zal me er ten tweeden male aan wagen.
Rolle (Vaud), 23-12-'72.
Waarde Dekker!
Vriendelijk dank voor Ideën IV, 3de stuk.
Waarom schrijft ge mij niet? Drukte? Traagheid van geest belette mij tot heden Millioenen-Studiën geheel te begrijpen. Mais je reviendrai à la charge.
Gij doet Adolf zeggen: ‘Maak de zaak eerst begrijpelijk, dan komt 't gevoel van zelf.’ Zoo schreef Proudhon: ‘Elk verstand boven het middelmatige gaat altijd gepaard met groote gevoeligheid.’ Ik las onlangs, dat de inboorlingen van Z. Amerika niet alleen brutes in onbevattelijkheid en zedelijk gevoelloos zijn, maar ook weinig physieke gevoeligheid hebben voor slagen.
Vreemd, dat de a in de talen altyd ontaardt in å:
wagen |
wågen. |
Djaja (Soendan.) |
Djojo of Djåjå (Oost-Java). |
là-bas |
lå-bås (Rolle). |
Marietje is een comediantje. Toen ik haar eens ernstig beknord had, vroeg ze mij met eene vermurwende gelaatsuitdrukking: ‘Ben ik uw kind?’ Dit trof ons allen. Nu vraagt zij het telkens, als ik maar zuur kijk.
Gaat ge verhuizen?
Groet uwe lieve vriendin hartelijk voor ons. Wij drukken u de hand.
Uw vriend R.v.E.