en daar ik niet in staat ben, ze mij nu aan te schaffen, kom ik weder bij U om hulp vragen. Als de kleine kas t' gedoogde mij voor dat but te helpen zoude ik regt dankbaar zijn. de vrees voor mijne gezondheid te risqueren, geeft me moed U dit te vragen, want ik moet mij voor kou wachten en daar ik nu bij de eerste familles in Padua kom, moet ik ook een weinig goed gekleed zijn. Waarde Heer Potgieter nogmaals verzoek ik U mij niet voor onbescheiden te houden, U weet niet hoe moeijelijk t me valt dit weder te vragen maar ik geloof dat t' mijn pligt is en dan doe ik het.
Van harte hoop ik dat het aanstaande jaar U veel geluk zal aanbrengen, en dat U gespaard zult worden van moeijelijkheden waar t' leven vol van is.
Weest steeds overtuigd dat ik U zeer dankbaar ben en geloof mij met de meeste achting en vriendschap.
E.H. Douwes Dekker
geb. van Wijnbergen