sedert eenige dagen. van nacht had ik 't zoo - enfin ik huilde en dat hoorde hij en - och ik ben verdrietig.
Vroeger heb ik eens nummers bij 't verhaal van Woutertje gezet, waar hij mij wat bij vertelde. ik was van plan dat dan later opteschrijven. tot nu toe is er dat niet toe gekomen.
13. Bundel I bl. 265. Hij vertelde mij hoe hij als i geld kon machtig worden om 'n boek te lezen, dan moeite had dat weg te stoppen. Noch op school noch te huis bij hem mocht het gezien worden. Zoo herinnert hij zich soms zamen gehuurd te hebben met 'n vriend van hem Scholten. 'n goede jongen zeide hij, en een jongen die altijd zakgeld had wat ik maar zeer zelden had. bovendien zoo zamen dat kostte ons dan ieder maar 'n stuiver in de week. We gingen dan samen zoogenaamd wandelen om dat te lezen. zaturdag 's middags bijv. Ik herinner me nog we Rinaldo Rinaldini lazen. dat lazen wij dan op de rand van 'n brugje op de cingels, ik heb dat in de W. eenigzins geschetst door Glorioso. En eens viel 't boek in de sloot. Wat hadden we toen 'n moeite om het te vergoeden! O, en ik ben er meer kwijtgeraakt, dat kwam van 't verstoppen. - M'n vader voer in dien tijd op de west. er is daar veel kopergeld, makkelijk voor den kleinen man, even als in Oost-Indie. Nu dan gebeurde 't dikwijls m'n vader zoo'n 2, 3 honderd gulden in koper meebracht. centen of duiten, dat weet ik niet meer maar wel 't zelfde geld dat in holland gangbaar is. We hadden tehuis allerlei dingen uit de West onder andere ook van die uitgesneden (klapper) neen zoo noemde hij ze niet - enfin groote (nooten) neen - groote schalen van 'n zekere vrucht. Nu, zoo een stond gewoonlijk met centen op den schoorsteen, en daaruit nam ik dan wel eens 5 of 10 centen om 'n boek te huren. Ik heb ook wel eens 'n tijdlang 'n dubbeltje zakgeld in de week gehad maar we moesten altijd zeggen waaraan dat besteed was - en zoo'n boek dat zou niet gemoogd hebben. Nu, dat neem ik ouders niet kwalijk, dat ze hun kinderen niet alles in handen willen geven!-
Die Scholten waarvan hij sprak is meent hij dezelfde die nu nog in A. woont op 't cingel. makelaar, ik geloof in koffi, de stiefvader van Ginne v.d. Stadt.
Hij is op 't oogenblik bezig 'n idée te schrijven over 't vonnis van Brata Yoeda. Br. Y. zal in z'n schik zijn als ik hem dit stuur! Ja, ik zeg ergens in mn Ideën, als je iets begrijpen wil, zet je dan om 't uitteleggen. Nu dat is waar! Ik vraag daar aan de rand van justitie, je hebt