Een brief van Uwe vriendin zal mij in den hoogsten graad aangenaam zijn.
Gij zijt al zeer lakonisch omtrent het weêrzien van Uw zoontje. Is dit de 18 jarige Max? Viel hij u mede?
De brief aan Feringa schijnt mij te bar toe, tenzij gij breken wilt. Als gij tijd hebt, schrijf dan een korter, spottend briefje.
Hij ontving het laatst tijding van mij. Hoe komt hij, die sinds drie maanden zwijgt, eraan te denken, dat ik boos schijn?-
Ik ben razend nieuwsgierig naar de grafschriften. Funke is te dom geld te verdienen. Maar welk uitgever is in Nederland beter dan hij? Gisteren vroeg mijn zoontje aan Marie, of hij haren hoed mocht opzetten. Het nufje antwoordde: ‘O, daaraan valt niet te denken.’ Ik blijf op Loudon rekenen, niet voor Indië, maar voor mij. Wel is de Indische zaak de mijne, maar hij deed uitdrukkelijke beloften en beaamde stilzwijgend de verplichting zijn' dooden broeder te rehabiliteeren, medeplichtig aan 't banvonnis. Doet hij niets flinks voor mij, dan is hij een ellendeling. En daarvoor houd ik hem nog niet. Wel voor bekrompen.
Dat de handen van Hartsen, die de ‘Nederl. toestanden’ schreef, vuil zijn, geloof ik gaarne.
Nooit heb ik geloofd, dat Gij geld van de Mult. Comm.ie hebt aangenomen, en evenmin van van Twist, al vertellen de luî het. ‘Wiens brood men eet’, enz.
Boos over de opheffing van Pak Maria's geheim? Dan ware ik gek. Aan Funke geschreven om den 5en druk der twee eerste bundels Idéen ook te zenden, maar in hun geheel bijeen. Ik dacht, dat ze reeds van de pers waren. En nu moet ik mijn ongeduld bedwingen.
Met uitstekend genoegen uwe ‘Bruid’ gelezen. Ja, uwe bedillers zijn tot zulke zonden der jeugd niet in staat. Gij zijt al zeer weinig afgesleten door wrijving.
't Deed mij goed, dat ‘Smal Spoor’ u een nieuw idee ingaf, dat Ge bespreken zult.
Ik kan Plet niet uit het hoofd zetten. Het doet mij zoo pijn, die onzekerheid!
Groet uwe vriendin hartlijk. Wij drukken u de hand.
Uw vriend
Roorda.