ongenoegzame van heerschappij over de taal kan ik, citeerder van Bilderdijk, mij aantrekken. Gij zijt een denker. Met voldoening las ik, wat Ge over den Tartuffe zegt. Ik vond, bij 't lezen, Molière altijd vreeselijk naïef, maar zeide 't nooit, omdat ik geen kunstkenner ben. Hij, de Tartuffe, werd te Brussel gespeeld door Dumaine, maar ik had dien avond geen vrijkaartje.
Toen Ge mij niet antwoorddet, nam ik de reis over Nancy, Epinal, Vesoul, Besançon.
Een doctor van 75 jaren, républicain de vieille roche, Turc (?) genaamd, volksverteg.r van 1848, zeî mij, ondanks zijn gezond verstand: ‘In vijf jaren gaan wij naar Berlijn.’ Te Vesoul, hoofdpl. van Haute Saône, veel geloof. Hoe moet 't dan in de dorpen zijn? Te Besançon zoop de sergeant van de hoofdwacht met zijne soldaten. Te Pontailier sprak ik met een' Franschm., verstandig genoeg om te bekennen: ‘Er moet een geslacht voorbij gaan, alvorens aan revanche te kunnen denken.’
Sinds ik geen Hollanders meer zie, ben ik gezond en begin weer te zingen. Hier geen ploertigheid, geen onbeschoftheid van den meerdere, geen kruipen van den mindere. Algemeene beschaving. Boerinnetjes lezende in het Magasin pittoresque. Voeg daarbij het meer, de Alpen, den Jura en de frissche lucht. Kom hier. Wij geven 900 fr. in 't jaar minder uit dan te Brussel. Ik ben onafhanklijk van ministers, landvoogden en couranten. Alleen vind ik dat Waadtsche Calvinisme mal. Het juicht natuurlijk Bism.'s jezuïetenwet toe.
Mijn broeder is redact.r geworden van een spiritistisch tijdschrift, en ik heb de sonnambule laten loopen voor de gezonde lucht der bergen, die ik een paar malen in de week bestijg, zoodat ik hier nog geene hemorrh. kolieken gehad heb, straffeloos koffi drink en niet meer behoef te walgen van cichorei.
Feringa schijnt boos, zoodat ik de 3e afl. van ‘De Vrije Gedachte’ heb moeten koopen. Dat hoofdstuk over het huwelijk verraadt zijn gebrek aan smaak en takt.
Aan Plet gevraagd, wanneer de courant begint.
Geen antwoord. Ik begrijp er niets van, en vraag mij soms af, of mijn honorarium door u betaald wordt. Ik koester hier allerlei dwaze illusies. Nu eens dat ik in Indië directeur van Openb. werken, dan weder van Onderwijs geworden ben. Van Loudon natuurlijk nog geen antwoord op mijne herinnering van 13 Juni.