[26 augustus 1872
Brief van Funke aan Multatuli]
26 augustus 1872
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje met gedrukt kopje, tot onderaan blz. 3 beschreven. (M.M.)
Amsterdam, 26 Aug 1872
Amice! Ik heb er niet het minst op tegen dat Ge zoo'n nootje namens mij laat drukken. Waarom zou ik dat! Houd dus gerust die documenten achterwege of zend ze mij bij gelegenheid als Ge wat anders te zenden hebt. 'T is niet de moeite waard ze apart hierheen te richten. Eerlijk bekend verbaas ik me wel een beetje dat Ge mijn getuigenis in zoo'n luttele zaak noodig acht. Was 't nog in de kwestie van Lennep, om een voorbeeld te noemen, dan zou ik 't natuurlijker vinden. Nu schijnt het mij toe dat Ge Uzelf ietwat declineert tegenover publiek. Doe echter precies wat Ge goedvindt, want tegenover U geef ik mijn opinie in zulke zaken met genoegen present, of liever: ‘voor beter’.
Ik vermoed dat Ge nog niets uit Italië hebt vernomen aangaande de M.C.? Is dit juist, dan durf ik in bedenking geven of Ge nu maar niet de knoop zoudt doorhakken met, zoo de M.C. ook nog niets van zich hooren liet, zelf de advertentien te plaatsen? Mij dunkt, Gij hebt nu lang genoeg gewacht, lang genoeg geduld geoefend na Uw positief schrijven aan dat edel vierspan, dat niemand U euvel zou kunnen duiden dat Ge er een einde aan maakt. Wilt Ge 't niet bij manier van een korte annonce, welnu, geef Uw douceur dan in den vorm eener brochure, waar Ge in kunt voegen wat Ge al zoo van Uw ‘vrienden’ hebt ondervonden te dier zake. Stil zwijgen kunt Ge niet langer, zoo Ge niet wilt dat de M.C. hoe langer hoe luider victorie gaat kraaien. Uw goede naam loopt al te zeer gevaar van verdenking als Ge hen sparen wilt.
Al is 't waar dat zij buiten U om Uwe vrouw geld hebben gezonden, dan nog zijt Ge volkomen in Uw recht en kunt Ge zonder eenig gewetensbezwaar hen in 't gezicht zien. Als zij 't deden, deden zij in de volle wetenschap dat het tegen Uw verlangen geschiedde en zonder Uw verlof. Nimmer kan iemand ter wereld U laken dat Ge het viertal terecht zet, terwijl Ge volslagen onwetend gehouden zijt omtrent hun gescharrel met dat geld en alléén met zekerheid weet dat zij een belangrijk deel een' kwaejongen in de hand stopten om er maar af te komen.