onderstellen’ dat hij Uw brief door mijne tusschenkomst had ontvangen.
Zijn de overige leden der M.C. zoo gepiqueerd over den vorm van Uw brief en vergeten ze daarom Uw recht te gedenken, dan vrees ik dat Ge U nog zult te ergeren hebben. In elk geval evenwel moet de annonce geplaatst worden, al deedt Ge 't ook zelf. Of die opheldering echter nu of over een paar weken komt, doet dunkt mij nu niet veel meer af.
Denk nu maar niet aan de zaak en reken vast op eene flinke afdoening binnen kort. Ik hoop dat P. U zijn bezoek bespaart anders wordt Ge op nieuw geslingerd.
Hebt Ge reeds bij anderen in Delft geïnformeerd of P. dáár ook geld heeft verzameld? Doe dat anders, want allicht kunt Ge dat in eene annonce bedekt ophelderen en 't zou als de M.C. soms weigert te adverteeren, door U in één adem kunnen geschieden.
Neen, van dat ringetje zal ik niet spreken. Toch zou 't niet keukenmeidachtig zijn als ik 't deed, althans niet tegenover menschen die begrip van eer hebben.
Maar denk nu voorloopig niet meer over die heele zaak dan hoognoodig is en vermoei Uw hoofd ook niet met Eduard's toekomst. Naar mijn gevoelen doet Ge heel verkeerd een zoo zelfstandig karakter te willen leiden door Uw zwaar verdiend geld voor hem op te offeren. Hij is bovendien knap genoeg voor koopman voor welk vak hij toch - curieus genoeg! - in den wieg schijnt gelegd. Zijn smaak en lust tot weten is hem getrouw genoeg dat men verwachten mag dat hij nooit Droogstoppel kan of zal worden. Ik acht dat zijn lust tot studie steeds gelijken tred zal houden met zijn aanwas in geldelijke middelen en daarom hebt Ge tenslotte alle reden om er verheugd over te zijn dat hij altijd - al werd hij zelfs bankier - een zal wezen verre verheven boven al zijn vakgenoten. Tob dus niet over zijn materieele toekomst en geloof nooit dat hij ooit dor zal worden, al zaagt Ge liever dat hij uitsluitend zich op een Studievak wierp. Hij zelf kan noch mag van U onderstand vergen: zoolang Ge met schrijven in Uw eigen onderhoud en dat van Uw gezin in Italie moet voorzien, zult Ge nimmer in staat zijn een Student er bij te onderhouden. Dat is m.i. totaal onmogelijk en daarom is 't waarlijk verstandig U niet te pijnigen met overleggingen die tot niets kunnen leiden.
Het denkbeeld van een tijdschrift lacht mij meer en meer toe. Wat