[12 juli 1872
Aantekeningen van Mimi in Dagboek]
12 juli 1872
Aantekeningen van Mimi in Dagboek I. (M.M.)
12 Juli 1872.
Gister een uur zaten wij na de koffij nog zoo wat te praten toen ik hoorde schellen en daarna kloppen aan de achterdeur. Uit vrees bedelaars mogten binnenkomen ga ik nr achter om de deur te sluiten. Aan de deur gekomen wilde Marie hem juist openen om een heer aantedienen terwijl zij hem open houdt kijk ik nr buiten en zie een jong mensch staan, groot, bakkebaarden en een lach, een oude bekende lach: mijn god ben jij 't! riep ik uit: dag Mies zei hij. Waar is dek? - ga daar door - en ik wees hem den weg nr de voorkamer. Het was Edu! pas 18 jaar oud maar reeds 'n man. We hadden hem 't laatst gezien Maart 70. Dek had hoorende hoe ik iemand verwelkomde gemeend dat het Plett. was. hij schrok Edu ziende. Toen Edu vlak bij hem was, kwam het mij voor of hij hem afweerde. Mijn god Edu zeide hij en er was schrik in zijn voorkomen. Ik had gewetenswroeging ik Edu zoo had laten binnen gaan. Na weinige minuten was dat echter in orde, en toen was er vreugd: Mijn god, wie had dat kunnen denken! en waar kom je vandaan, en hoe lang heb je tijd etc. etc. vragen en antwoorden geen gebrek. Edu is 4 maanden in Londen geweest waar hij als boekhouder een betrekking had. Hij gaat nr Venetie waar hij in een bankiershuis een betrekking zal vervullen die hij voor beter houdt. Voorloopig schijnt hij echter niet erg gepresseerd te zijn. 't Is voor D hard hij nu zoo weinig invloed heeft op Eduards carrière - maar ik ben toch zeer blij Edu gekomen is. Nu is 't ijs gebroken. D. is zeer aangedaan. en deze beide dagen is 't niets geweest dan praten, wandelen en nog eens praten. natuurlijk. er is zooveel te verhandelen. Edu is heel hartelijk en dek natuurlijk is dol op hem. Wat slecht treft we juist zoo bitter weinig geld hebben en zoo enorm veel achterstand. Primo juli had ik 4 gulden en sedert is daar niets bij gekomen.