[3 juli 1872
Brief van Roorda van Eysinga aan Multatuli]
3 juli 1872
Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli. Enkel velletje postpapier, tot het midden van blz. 2 beschreven. (M.M.)
Plet's: de drie letters in het midden zijn, waarschijnljk door Mimi, doorgehaald maar nog goed leesbaar gebleven.
De gehele keerzijde is met twee grote halen doorgestreept.
Waarde Dekker!
1e/ Ik wil niet langer leven als een koordedanser, maar zonder onrust of zorg, en niet verplicht zijn te verminderen, wat er ook gebeure, al verlies ik alle correspondenties voor de pers en al krijg ik geen pensioen. Ik heb nu fr. 3400 rente. Daarvan kan ik aan 't meer van Neuchâtel onafhanklijk leven. De honoraria en de f1000 per jaar, na Mei '73 van mijne moeder voor mijne kinderen te ontvangen, zijn dan winst. Mijne vrouw wacht in Febr. een derde kind.
2e/ Ik wil mijne kinderen opvoeden tot beschaafde, eenvoudige, vrijheid- en gelijkheidlievende burgers. 't Onderwijs is in Zwitserl. dol goedkoop.
3e/ Ik wil zoo min mooglijk geërgerd worden door 't gezicht van Hollanders.
4e/ Ik wil niet leven onder 't régime van de Pickelhaube en onder overmoedige huldigers van brutaal geweld. Ik verwacht, dat Bismarck ons over een paar jaren inslokt. De vonk van vaderlandsliefde zou dan misschien weer gaan glimmen en mij 't leven onder de vijanden van mijn land ondraaglijk maken.-
Gij ziet dus, dat ik goede redenen voor mijn besluit heb. Te Estavayer of elders in die streek behoef ik mij minder af te beulen voor 2½ cent per regel. Plet's courant houd ik. Den 18en, zeî hij mij, komt hij voor 8 dagen bij U.
Morgen ochtend ga ik met mijne vrouw op reis om te verkennen. Gij begrijpt, dat wij het zoo goedkoop mooglijk moeten veroorloven, wat het mij ook koste. Maar volgend jaar heeft Mama f680 vrij geld 's jaars. Daarvan wil zij haren Benjamin en Constantijn gaan opzoeken. Vermoedelijk breng ik haar dan tot Mainz. Dus niet gewanhoopt!
Groet Mejufvrouw Schepel voor mij.
Wij drukken U de hand.
Uw vriend
RvE
3 Juli 72