[7 maart 1872
Brief van Funke aan Multatuli]
7 maart 1872
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, geheel beschreven. (M.M.)
Uw cijfers: voor deze tabel in Millioenen-studiën zie V.W. V: 173-174.
e.t.q.: e tutti quanti; en allen met elkaar (it.)
Amsterdam, 7 Maart 1872
Waarde Heer en Vriend!
Dank voor Uw cijfers. Eerlijk moet ik bekennen dat ik er geen jota van vat, zelfs moet ik U belijden dat ik nog geen letter van Uw Millioenen studiën genoot en daarom te minder begrijp van 't doel van dien staat. Geloof echter niet dat ik geen belang zou stellen in dat nieuwe werk van Uwe hand. Integendeel, de begeerte om 't te lezen of liever te bestudeeren, is wel degelijk al lang bij mij levendig, vooral ook omdat ik weet dat Uw boek met graagte gekocht wordt, maar mijn lot bepaalt helaas dat ik enkel in de zomermaanden lezen mag, omdat de winter mij oplegt enkel aan mijn materieele belangen te denken. Zoodra de lieve Meimaand in 't land is en de luî in de natuur gaan lezen, begin ik gewoonlijk mijn schade in te halen en doe voorraad op voor den winter. Gij begrijpt dat dit niet anders kan in een jonge zaak die nog op ‘de hoogte’ moet gebracht worden!
De Kopij bewaar ik voor Waltman tot ik Uw nadere orders ontvang. Dat het mij hartelijk verheugde dat Ge voor W. het 2e deel onder de knie hebt, behoef ik U niet te zeggen. Met groot verlangen verbeid ik nu Uw compleete Vorstenschool De f 160. - voor de eerste 4 vel betaal ik aan vriend vHelden.
Zoodra nu 't 2e Stuk der Mill. Studiën verschenen is, ga ik 't heele werk lezen in verband met Uw laatsten brief. Ik hoop dan de waarheid Uwer komische vergelijking met de Stoeterij-scène úit te vinden, doch vrees niet of Ge hebt met dat voorbeeld Uzelf weêr onrecht aangedaan.
Tot Uw geruststelling moet ik U meêdeelen dat geen enkelen brief is weggeraakt. Dat de poststempel niet goed afgedrukt was, lag 'm aan 't ruwe zakjespapier van den kruisband. Op zulk papier is 't haast niet doenlijk om goed af te drukken. Men mag den beambten dáárover