inspanning gekost heeft. 't Is alsof er een Satan onder gestookt heeft. En 't door U geplaatste stuk heeft hun een voorwendsel gegeven. Op dát oogenblik wisten zy nog niet hoe zy 't zouden aanleggen om my tegentewerken. Waar het geld gebleven is, mag god weten. Ik kan er niet naar vragen.
Gy dringt er op aan, dat ik U schryven zal! Wat? Ik heb verdriet, veel verdriet. Dit is alles wat ik zeggen kan. En 't zeggen zelf is my een plaag. Er gaan soms maanden voorby dat ik niet aan myn kinderen schryf! Zy weten dat ik wel schryf als ik maar eenigzins in redelyke stemming ben of iets goeds heb meetedeelen. Dát is 't eenig genoegen wat me nooit begeven zou. Ik ken geen ander.
In den toestand waarin de wereld zich bevindt, baten woorden niets! Er zyn stoffelyke zaken noodig, in één woord: geld. Nu weet ik wel dat met en door geld niet alles te verkrygen is (gezondheid byv.) maar ziekte met geldgebrek - Och, ge weet immers alles zoo goed als iemand.
Ook myn toestand is door die vervloekte Mult. comm. in zoover veranderd dat ik niet meer, als vroeger, met geld te helpen ben. De wond die my geslagen is, kan niet met millioenen genezen worden. Ik ga dan ook hard achter uit. Niet hard genoeg naar myn zin, want ik verlang naar 't eind.-
En nu verlangt gy dat ik in zoo'n toestand schryve over Toekomst, Hilman, Schouwburg - Och!
Als 't my goed gaat, of redelyk, schep ik vreugd in beroerdheid. Het kunnen helpen is my een genot. Wat moet ik nu zeggen?
Het tegenloopen van de Toekomst spyt my om uwentwil, en om Gunst. (Die historie met den Schouwburg treft nu ook weer ellendig!) Wat overigens de democratie aangaat, men weet in Holland niet wat het is. En in zekeren zin is dit ook elders het geval. Maar één groot onderscheid bestaat hierin dat (byv. in Frankryk) de geringe man een krant koopt. Een koetsier op den bok, een kruier, een vrouwtje op de markt, alles koopt een krant of krantje. Ze worden dan ook te Parys op straat verkocht, als by ons lucifers of loterybriefjes. Zóó vindt het zotste vod nog altyd eenig debiet.
Hoe is dit te veranderen? Ik weet het niet. Ik weet ook niet hoe men schryven moet om invloed uitteoefenen of opgang te maken. Ook niet hoe men 't aanlegt om begrepen te worden. In één woord ik heb geen verstand van Publiek. Myn oordeel over de Toekomst doet