er altijd voor gevreesd dat het herzien Uwer boeken voor de pers, U in grooten tweestrijd zou brengen, maar niettemin geloof ik dat Gij, zoowel als Uw papieren kinderen, de harde kuur moet doorstaan, ook al wordt Uw smaak hier of daar geweld aangedaan of Uwen kinderen ergens een tronk weggekapt en een nieuwe spruit op den ouden stam geplant. Zoo b.v. vallen U stellig doode takken in 't oog in de ideën over Zaalbergerij. In deze dagen zoudt ge onmogelijk over Thor en Zaalberg dát kunnen zeggen wat Ge onder velerlei invloeden 10 jaar geleden hebt uitgestort. Die denkbeelden worden echter door publiek beoordeeld in 't licht van hun tijd. Voor het nageslacht, dat b.v. die belachelijke historie van Zaalberg's op- en ondergang niet meê doorleefd heeft, hebben Uwe kritieken slechts een historische en letterkundige waarde; hetzelfde, maar in veel minder opzicht, geldt van Uwe kritiek van Thorbecke's Schetsen, voor den toestand van 't Volk, e.t.q. - Dat Wouter U blijft bevallen, is geen wonder. Over 100 jaren zal zijn beeld met het grootste deel zijner omgeving even waar zijn als nu. Jammer, dat Ge die portretten niet wat langer liet leven, en dat ze zoo verstrooid staan onder de massa andere denkbeelden!
Ik gevoel heel goed dat wijzigen naar de behoeften en toestanden van onzen tijd, een reuzenwerk, en U onmogelijk zou zijn. Mij komt het daarom 't best voor om behalve verbeteringen in de redactie hier en daar, nu en dan een noot te planten met Uw gewijzigde gedachten over minder belangrijke punten of zaken die heel korte bespreking behoeven. Daar, waar Ge veel bij te voegen hebt, zoudt Ge Uwen lezers kunnen verwijzen naar den 4n. bundel, waarin Ge dan naar hartelust een interessant thema op nieuw kunt bekijken. Bij zoo'n gelegenheid kunt Ge er ook eens op wijzen welk een verbazende ommekeer er kwam in de ideën van sommigen, zooals b.v. Mr. Wintgens, en hoe men geregeld ploegt op Uwen akker, die men vergeten waant, (maar die ik wel met telkens nieuwe ruikers onder 't publiek hoop te brengen). Men erkent U nu reeds voor den vader der thans heerschende denkbeelden over indische zaken en er zal een tijd komen dat men U het vaderschap van nog heel wat meer ideën zal toekennen, al is de vooruitgang ook niet zoo als Gij met recht had gewenscht.
Wat de spelling betreft, ben ik blijde dat Ge een ‘stelsel’ aanneemt, al is er op dat ‘stelsel’ ook veel aan te merken. Verklaar ronduit dat