Volledige werken. Deel 14. Brieven en dokumenten uit de jaren 1870-1871

[11 mei 1871
Concept van brieven aan Van Plettenberg]

*11 mei 1871

Drie concepten van brieven aan A.L. baron van Plettenberg. Memoriaal, blz. 162-163. (M.M.)

Handschrift van Mimi, met grote kruisen doorgehaald. Blijkbaar heeft Multatuli deze teksten gedicteerd; vooral de laatste is in veel haast neergepend. Toen hij toch nog vastliep, heeft hijzelf een brief geschreven, waarvan het afschrift door Mimi is gemaakt. Zie de op deze concepten volgende brief.

Wiesbaden 11 Mei 1871

beste Plet

Zondag ontving ik uw briefje van donderdagavond met f25 en de verzekering dat de zaak over Mill. Studien in orde was. Gy stondt er voor in en zoudt Maandag of dingsdag weer schryven.

Heden ontving ik uw briefje van Dingsdag met f 20 en - allerlei bezwaren van Waltman.

Het is my zeer moeilyk goed te antwoorden, daar ik uwe welwillendheid niet mag verwarren met zyne handelwyze.

Bedenk

Wiesbaden 11 Mei 1871

beste Plet. Voor vier dagen onving ik uwen brief van 5 dezer met f25, en heden 't briefje van 9 dezer met f20.

Daar dit met al de vorige remises meer is dan f320 die ik voor 8 vel Specialiteiten van W. te vorderen had, ben ik in uwe schuld. Wilt gy my svp opgeven hoeveel?

[p. 549]

En laat my dan weten in welke verhouding ik verpligting heb aan de Subcommissie van D. Gy schreeft me indertyd dat zy hare tusschenkomst aanbood. Hoe nu W. kan aandringen op 'n kwittantie, begryp ik niet. Ik weet alleen dat ik van U f 320 (en zelfs meer) ontvangen heb. Van hem weet ik niets.

Het voorstel ten langen laatste na ½ jaar onderhandelens, na herhaalde verzekeringen dat de zaak zoo goed als geklonken was, nu voor minder honorarium te werken heeft my - verbaasd. Indien ik 20 vel lever voor f 20 is 't bedrag

Wiesbaden 11 Mei 71

beste Plet. Dank voor de f20. (voor 4 dagen in uw briefje van 5 Mei ontving ik f25.

Ik haast my U te schryven dat ik Waltman's voorstel 't honorarium te veranderen niet aanneem. Wees zoo goed my met omgaande een einddecisie meetedeelen.

Hierby die invoeging in vel 8. Waarom zondt ge dat aan my? 't Moest aan de drukkery zyn.

Wat de Mult Comm. aangaat, als Wertheim gezegd heeft wat gy my schreeft vernomen te hebben, dan heeft hy gelogen.

Ik heb hem niet gevraagd zich niet met die zaak te bemoeien. Juist andersom: ik verzocht dat geld van v Lennep aan my te zenden, omdat ik er bitter om verlegen was. Zoodra ik zeker ben te kunnen doorwerken zal ik die zaak publiceren. 't Is een infamie.

Hartelyk gegroet

tt

DD

Hoe staat onze rekening?