Foei!... hij moest liever zwijgen en dat schrijven overlaten aan mannen die er wat meer van weten; maar hij is daarvoor te eigenwijs. Ook is-i, zeg ik, ijdel en vol haat- en wraakzucht. Hij is wel een groot man, maar niet degelijk. Dat blijkt uit die brochure.’
‘Hebt gij,’ vraagde ik, ‘dat werkje gelezen?’
‘Gelezen... gelezen?’ mompelde hij, mij verbaasd aanziende, ‘gelezen?... neen,... dat, dat juist niet, maar wel de Rotterdamsche Courant van 6 Januari - en daarin kan u mijne meening vinden. Daarin staat het - en ook dat-i zoo trotsch is - en dat zeg ik ook. Hij - Multatuli - spreekt altijd over zichzelven. Dat kan 'k niet velen. Aan eigen roem, zeg ik, is een luchtje. Die krant moet gij eens lezen; maar de brochure wil ik niet lezen, - die, enfin, ik, ik wil waarheid en geen leugens van Multatuli, al schrijft hij nog zoo mooi.
‘Multatuli liegt en laat zich omkoopen, weet u, door de konservatieven, want dat zijn allemaal leugenaars en omkoopers, allemaal, meneer. De Rotterdamsche Courant is liberaal, - liberaal ben ik ook, ziet u - de Rotterdammer liegt nooit en spreekt altijd de zuivere, klinkklare, waarheid. Ja, meneer, da's waar, daarom wordt zij ook veel gelezen door de liberalen die, evenals ik, zoo op waarheid gesteld zijn. O, meneer, Multa...’
‘De Nieuwe Rotterdamsche Courant van den 6den Januari, zegt gij?’ vraagde ik, terwijl ik mijn zakboekje voor den dag haalde, om den datum daarin op te teekenen. Na dit te hebben gedaan, groette ik hem en ging haastig heen.
T'huis gekomen, zette ik mij onmiddellijk neder om aan Multatuli de vraag te richten: of die oud-officier recht had met hem van leugen te beschuldigen? Ik wilde weten in hoeverre Mulatuli 't vertrouwen waardig was dat ik steeds in hem gesteld had. Wel zou 't mij smarten, indien 't bleek dat ik mij in hem bedrogen had, doch de waarheid heb ik, boven alles, lief. Vervolgens gaf ik last, mij de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 6 Januari te bezorgen. Ik had de bewuste brochure van Multatuli: Nog eens vrije arbeid in Nederlandsch-Indië, gelezen en kon niet gelooven, dat die krant, bij de beoordeeling van dat werkje, de stof voor Haalmeijer's wartaal had geleverd. Ook was ik verlangend om 't oordeel van die redaktie over den inhoud van dat werkje te vernemen.
Welnu, ik heb die zoogenaamde boekbeoordeeling van Multatuli's jongste werk, in die krant gelezen - en ziehier den indruk weêrgegeven dien de redaktie dier krant op mij deed.