[24 december 1870
Ingezonden Stuk in Leidsch Dagblad]
24 december 1870
Ingezonden Stuk in het Leidsch Dagblad. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Onlangs kwam in de Arnhemsche Courant een ingezonden stuk voor, waarbij de inzender met warmte aanbeval de ongelukkige echtgenoot van Multatuli en hare kinderen te ondersteunen.
De inzender besloot het stuk aldus:
‘Maar Tine en hare kinderen? snuit zij haar neus nog? dan is er dubbel reden om ons voor haar te interesseeren. Verkoudheden aan te zien gaat aan sommige genieën slecht af, en toch ook zij die verkouden zijn, en meer nog dan zij die 't niet zijn, hebben behoefte aan de hartelijke hulp van dood eenvoudige menschen.
Wat kunnen wij voor Tine en de kinderen doen?
Antwoord franco, letter Q bureau der Arnhemsche Courant.’
Eenige dagen daarna schreef de Oud-Hoogleeraar Van Vloten:
‘Deze practische vraag van Q., in uw laatste nommer, hebben twee of drie anderen met mij, zich reeds vóor een jaar of wat gesteld, en toen circulaires uitgevaardigd, waarin wij tot kleiner of grooter jaarlijksche bijdragen uitnoodigden, om in de behoeften van mevr. D.D. en haar beide kinderen te voorzien. Dat heeft niet veel, maar toch iets ingebracht, en ons in staat gesteld, sedert dien tijd, maandelijks een klein, klein sommetje aan haar over te maken, dat haar in haar levens-