[11 juni 1870
Brief van Multatuli aan Mimi]
*11 en 12 juni 1870
Brief van Multatuli aan Mimi. (Brieven IX, blz. 24; Brieven WB IX, blz. 23.)
Van Tine een brief uit Padua: de tekst van deze brief is niet bekend.
Saterdagavend.
Lieve Mies, Nu begryp ik waarom ik een paar dagen zoo slecht werkte, ik had de koorts onder de leden, die is vandaag gekomen en nu (9 uur denk ik) zoowat afgeloopen. Ik heb vreesselyk gezweet, en ben moe.
Ik wacht morgen wat geld, en zal dat weer aan Carpe (het hotel) geven. Dan zal ik meteen vragen hoe nu de rekening staat. Als ik gister en vandaag wel geweest was, zou ik verder zyn. Ik wist al niet hoe 't kwam. Ik begreep niets en moest telkens overwerken. Nu zal ik morgen helder zyn.
Toch heb ik vandaag nog verzonden, maar ik weet niet hoe Tersteeg rekent. Hy schreef dat het budget niet toeliet my op den duur aan z'n tydschrift te verbinden. - Ei, als 't winst oplevert dat ik er in schryf? - Voor het Noorden heb ik nog liggen. Hun drukken (eens in de week) gaat zoo langzaam. Ik schryf niet meer aan Straatman, en ook van hem hoor ik niets. Aan Tersteeg (ook by 't Noorden) laat ik echter voelen dat ik niets inschik. Myn werk is zoo goed als hun geld, ja beter. Want ik kan anderen vinden die me betalen, en myn kopy levert niemand.
Van Tine een brief uit Padua ‘met open armen ontvangen’ ‘verrukt van de reis’ 't doet me zeer. Ze schynt geen flauw besef te hebben van wat ze gedaan heeft.
Ik ben nog moe van de koorts.
't Zal me benieuwen wat jy zegt van de schryvery. Gut zoo gek al die dingen door elkaer te schryven. Ik vind Noorden heel goed... maar ze drukken zoo langzaam. Myn oogen doen me nog zeer. Ik heb een bord soep gegeten en ga weer naar bed.