Volledige werken. Deel 14. Brieven en dokumenten uit de jaren 1870-1871
(1982)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdGewogen maar te ligt bevonden.Toen de geniale schrijver van den ‘Max Havelaar’ niet alleen Neder- | |
[pagina 33]
| |
land maar ook het oplettend geworden Europa van de kreet deed weergalmen ‘de Javaan wordt mishandeld’, verkeerde menig een, met ons, in de onderstelling dat de gewezen assistent-resident van Demak, een tegenstander der Droogstoppels en wawelende Slijmeraars eenmaal zitting zoude nemen in 's Lands raadzaal en daar de zaak van den inlander zoude bepleiten met die kernachtige welsprekendheid, welke zooveel gloed en leven aan den Max Havelaar schonk. In het verre verschiet zagen sommige bewonderaars van Multatuli, die zoo stout voor de waarheid had gestreden, hem reeds zetelen op de troon van Buitenzorg en Insulinde zich slingeren met vernieuwden glans om den evenaar, als een smaragd, wiens schitterende eigenschappen des te meer uitblinken onder de geniale bewerking van den slijper die het minste donker vlekje door volharding weet te doen verdwijnen. En inderdaad de aandacht der Nederlandsche kiezers was gevallen op een man, wiens geschiedenis van Saidja den hardvochtigste had getroffen, wiens tintelend genie in den Max Havelaar door zijne vinnigste tegenstanders niet kon geloochend worden. Maar in weerwil van Multatuli's reeds verworven populariteit, niettegenstaande de faam zijnen roem als denker en schrijver reeds heinde en verre had verspreid, leed de verkiezing van de Heer Douwes Dekker, schipbreuk op de gevaarlijke klip der excentriciteit. Het bedaarde, Nederlandsch gezond oordeel had hem gewogen maar te ligt bevonden. Sedert dat oogenblik zien wij in Multatuli, die klewangwettende gezangen zou slingeren te midden van den onderdrukten inlander, zoo Max Havelaar geen recht verkreeg, indien de Saidja's op Java de slachtoffers bleven der willekeur, het gif werken der gekrenkte eigenliefde, waarvan men de uitwerkselen reeds kan ontwaren in het Dagblad van 's Gravenhage, het beruchte orgaan dier mannen, wier streven het is Java zooveel als doenlijk te exploiteeren ten behoeve van Nederlands bodemlooze schatkist Door middel van dat Blad bestrijdt Multatuli het pogen van den Minister van Kolonien om den inlander eene betere rechtsbedeeling te verzekeren, door scheiding der administratieve en rechterlijke macht, waardoor de resident niet langer rechter zal zijn in eigene zaak. ‘Die scheiding’ beweert Multatuli ‘is de doodsteek voor ons bestaan in | |
[pagina 34]
| |
Indië’ en hij constateert ‘dat er aan Havelaars eischen om recht niet wordt voldaan door het uitzenden van rechterlijke ambtenaren’. Integendeel, dat noemt hij ‘steenen voor brood geven’. Heeft de menigmaal zoo schrander denkende Multatuli in zijne ‘ideeën’ menig tastbaar bewijs gegeven dat óók hem het dwalen eigen is, waarvan trouwens de grootste geniën niet gevrijwaard zijn; door dat schrijven in het Haagsche Blad geeft hij de proef op de som dat de publieke opinie hem juist beoordeelde toen ze hem woog maar te ligt bevond! Het administratief gezag te ontheffen van eenen werkkring haar niet eigen - de meeste administrateurs zijn geene meesters in de rechten - is de beste waarborg dat aan het administratieve betere zorgen kunnen worden besteed, de afdoening van administratieve zaken geregelder zal plaats vinden maar vooral, dat Vrouwe Themis in het oog van den Inlander die eerbiedwaardige matrone zal zijn, die niet te vergeefs met krachtige hand het zwaard der gerechtigheid houdt omklemt. - Eene betere en spoedige rechtbedeeling zal alsdan een einde maken aan het preventief gevangenis-stelsel dat op Java de gevangenissen dikwerf met onschuldigen en schuldigen dermate volpropt, dat de dood den quasi rechter de taak uit de handen neemt, door het overlijden - gedaan hebben met lijden - der quasi delinquenten. Maar roept Multatuli uit ‘verdeeling van gezag is vernietiging van gezag en hoe men zonder gezag het recht kan handhaven is hem een raadsel!’ In de ‘ideeën’, moge zoodanig eene meening effect maken quâ excentrische originaliteit à la Multatuli, quâ argument is zij zeer misplaatst. Scheiding der administratieve en rechterlijke macht is geen verdeeling maar veeleer eene bevestiging van gezag, om de eenvoudige, voor een ieder begrijpelijke reden, dat daardoor het recht - zonder aanzien des persoons - beter zal kunnen gehandhaafd worden en tooneelen zoals onlangs te Becassie voorgevallen - zullen kunnen voorkomen worden. v.d.G. |
|