Den Heer Douwes Dekker.
te 's Gravenhage.
Haarlem 3 Mei 1869
WelEdele Heer.
Naar aanleiding uwer geëerde letteren van gisteren, moeten wij U berigten, dat wij meenden U het honorarium voor de maand Maart gezonden te hebben. - bij het nazien van ons boek bemerkten wij al dadelijk dat dit per abuis niet was geschiedt, waarom wij U ingesloten doen toe komen een Bankbiljet N.N. 7245 groot f 25.,, met verzoek ons de goede ontvangst te willen berigten.
Met hoogachting hebben wij de eer te zijn,
UwEd. dw. Dienaren