[19 april 1869
Brief van Busken Huet aan Potgieter]
*19 april 1869
Brief van Cd. Busken Huet aan E.J. Potgieter. Fragment. (De volledige briefwisseling van E.J. Potgieter en Cd. Busken Huet, I; blz. 676.)
van Bosboom: zie 10 maart 1869.
In de tweede plaats een woord over Mevr. D.D. Hetgeen gij mij omtrent haar schrijft en uit een brief van Bosboom mededeelt, heeft mij slechts in één opzigt (het zamenwonen met Mimi) niet verrast. Dat zij voornemens was, Milaan te verlaten en naar 's Hage te komen, bevroedde ik in het geheel niet; doch dat zij, eenmaal weder met D. vereenigd, de zonderlingste konditiën accepteren zou, dat had ik, zedert mijne komst in Indie, desnoods durven voorspellen. De Chronique Scandaleuse toch is hier omtrent haar naauwlijks bescheidener dan omtrent hem; en reeds vóór haar man assistent-resident van Lebak werd, en hij nog secretaris of kontroleur (te Menado, geloof ik) was, gingen zij ‘elk huns weegs’. Men verhaalt van een assistent-resident, in wiens plaats mijnheer D.D. eene tournee in den omtrek ging maken, terwijl mevrouw, met zijn medeweten en goedvinden, ja op zijne aansporing, maar dan ook geheel en al in overeenstemming met hare eigen wenschen, bij de thuisblijvende assistent-resident haren intrek nam. Eerst sedert ik van verschillende zijden met dat verhaal bekend geworden ben, is mij omtrent de ware verhouding