[4 maart 1869
Brief van Tine aan Potgieter]
4 maart 1869
Brief van Tine aan Potgieter. Dubbel velletje postpapier waarvan twee bladzijden beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
onze photografien: deze foto's zijn niet teruggevonden.
S'Gravenhage 4 Maart 1869
Zuidwest binnen Cingel No 18 i
Waarde Heer Potgieter,
Den 12den Februarij schreef ik U dat wij Milaan zouden verlaten en dat er eindelijk een einde aan onze scheiding zou komen.
Wij hebben een zeer goede reis gehad maar erg vermoeijend, dezer dagen heb ik mij geheel toegegeven om goed uit te rusten. Dekker is zoo gelukkig ons allen weer te hebben, 't is aandoenlijk om te zien hoe hij zich verheugd in 't bezit zijner kinderen. Dekker heeft alles gedaan om ons zoo aardig mogelijk te ontvangen enfin ieder is gelukkig en vol moed om de moeijelijkheden van t' leven zamen te dragen, Dekker is er nu maar op uit om mij rust te geven na al de vermoeijenissen die ik ondergaan heb. Mijne gezondheid is vrij goed maar ik moet mij nog zeer in acht nemen daar ik nog hoestende ben.
Ontvang Waarde Heer Potgieter mijnen hartelijken dank voor alles wat U wel voor ons hebt willen doen, geloof mij dat ik uwe vriendschappelijke gevoelens op hoogen prijs stel. Als wij in Amsterdam komen vraag ik U verlof U te komen bezoeken.
Mag ik de vrijheid nemen U onze photografien aan te bieden de kinderen lijkenen juist, alléén ze zijn blond 't geen men niet op de portretjes zeggen zou.
Met hoogachting en vriendschap noem ik mij
Waarde Heer Potgieter
U Ed. Dienstw. Dienaresse
E.H. Douwes Dekker