Gij plagt te beweren, dat ik tegen het geschreeuw der indische dagbladschrijvers ‘meer dan opgewassen’ was. Doch vooral in den eersten tijd heb ik menigmaal gevreesd, dat uwe voorspelling verkeerd uitkomen zou. Op de gniepigste wijze ben ik, en word ik nog dagelijks aangevallen; niet het minst door de vrienden en vereerders van dienzelfden Van der Hoeven, aan wien gij meendet, mij veilig te kunnen aanbevelen. Van der Hoeven zelf doet uit de verte, als medearbeider en vaste korrespondent van de Samarangsche Locomotief, ijverig mede. Bij mijn optreden als redacteur van den Java-Bode op 1o Julij, werd het Bataviasche Handelsblad geschreven door Lion, het Nieuw Bat. Handelsblad door Van der Does de Bye. Sedert 15 Nov. is daarin verandering gekomen. Lion redigeert nog steeds het B.H., doch in plaats van De Bye is Keuchenius opgetreden. Voor mij is dat in zoo ver eene verbetering als Keuchenius, hoewel ook hij mij bij voortduring aanvalt en bestrijdt, nogtans minder luid scheldt.
Gij kunt begrijpen, hoe, gedurende de nu bijna voltooide eerste zes maanden het lot van den Java-Bode heen en weder geslingerd is. Eerst werd het blad met een onmiddellijken en nog altijd wordt het met een aanstaanden ondergang bedreigd. Gelukkig zijn geschikte redacteurs in Indie niet opgeschept. Bovendien is de uitgever ingenomen met mijn persoon, met mijn werk en met mijn rigting.
Die rigting is het voorname punt. Mijn voorgevoel toen ik uit Holland vertrok is volkomen bevestigd. De koloniale liberalen alhier hebben hun besten tijd gehad, en een groot gedeelte van het publiek is het door hun uitgeoefend terrorisme hartelijk moede. Trots al het geschreeuw van Lion c.s. heeft er eene reactie plaats in conservatieven zin. Te dien aanzien heeft de ondervinding mij niet teleurgesteld. Integendeel. Zoowel in de handels- als in de ambtenaarswereld heb ik flinke mannen leeren kennen, die volkomen genezen zijn van de vrij-arbeidskoorts. Wat men in Holland conservatieven noemt, trof ik hier niet aan, maar wel vele personen die het bestaande regeeringsstelsel gehandhaafd wenschen te zien, ten bate van Java-zelf. Omtrent één punt zijn allen het eens: het batig slot moet plaats maken voor eene vaste bijdrage van Indie aan Nederland.
Mijn invloed zou sneller toenemen en grooter zijn, dan hij nu reeds is of doet, indien hier meer lieden waren, die begrijpen kunnen, dat men op kerkelijk gebied, gedurende eene reeks van jaren liberaal geweest kan zijn, en het niettemin in de politiek met de conservatie-