[10 december 1868
Ingezonden Stuk in Dragtster Courant]
10 december 1868
Ingezonden Stuk in de Dragtster Courant, nr. 50.
(Archief Drachtster Courant; fotokopie M.M.)
Mijnheer de Redacteur!
In uwe qualiteit van representant des publieks, heb ik de eer u 't volgende mede te deelen.
Multatuli zal ons dorp met een bezoek vereeren, en ons een zijner drama's voordragen.
Ik heb dit elders reeds van hem gehoord.
Het stuk is, even als de autheur, wel vreemd, maar geniaal. De voordragt is meesterlijk.
Al wie iets buitengemeen-schoons wil hooren, kome!
Het is een letterkundig genie, dat spreekt, het genie, dat zich verheft boven het alledaagsche, en in zijne objectivering van het uitstekende, zijne typen daarvan ten exempel stelt.
Geen hart-verscheurende of traan-verwekkende geschiedenis wordt er opgedischt; evenmin zal een geforceerde intrigue of een wonderbare ontknooping de aandacht spannen of verrassen.
Dergelijke middeltjes heeft het genie niet noodig om waar genot te verschaffen.
Niet zoozeer de lotgevallen zijner dramatische personen, als wel hunne karakters voert hij ten tooneele.
Scherpe contrasten, die eerbied en spotlust, medelijden en afschuw verwekken, stelt hij voor.
Nu eens is 't een hoog ernstig tafereel, dan weer een humoristische