Tegenstanders, vyanden, heb ik (en dat moet zyn) velen. Van hun kant ben ik verdacht op alles, en ik wapen my daartegen.
Ik vergis me... niet op alles ben ik verdacht. Ik ontmoet hen nooit op publiek terrein, en geef den hoop op, dáár myn handschoen te zien opnemen, dien ik voor ruim zes jaar in 't strydperk wierp.
Goed. Dat is nu eenmaal de manier en de natie duldt het! -
Hoe dit zy, van vrienden, van geestverwanten, van helpers in den zwaren stryd dien ik voer, heb ik recht, naar ik meen, iets anders te wachten, dan my hier te beurt viel. Toen ik binnentrad, scheen men my niet te kennen. 't Kon zyn dat dit op het eerste oogenblik indedaad zoo was, maar toen ik naast dat houten kastje stond, kon men dan toch weten dat ik het was, niet waar? Welnu, niemand had het besef me een stoel aantebieden. De naastby gezetenen, blozend van gemakkelyke welvarendheid bleven zitten als palen, geheid in de grond.
Dit, en niet de soort van katheder (want après tout geef ik er niet om, hoe zoo'n ding is) ontstemde my.-
En nu de wyze waarop ik lucht gaf aan myn indruk. Ik heb geen tyd om vormen te zoeken. Als ik me daarmede zou ophouden, kwam ik niet klaar met het werk dat my door ‘myn hemelschen vader’ d.i. waarheid en recht is opgelegd. Begrepen? -
Wel spyt het my dat die hartelyk gezinde Akkeringa daardoor gekwetst werd, maar nog eens, ik heb geen tyd om te schiften. Waar in dienst van myn God moet geslagen worden, sla ik, zonder genade, ook al trof het myn zoon, myne vrouw (een der grootste heldinnen die de geschiedenis heeft aantewyzen!) en al trof het (gelyk steeds het geval is) myzelf.-
De ‘vliegenreddende droomer Havelaar’ bestaat niet meer. Ik ben Multatuli die te veel leed en droeg, om optezien tegen welken vyand ook.-
Toch ben ik liever, zooals myn oorspronkelyke aard is, zacht en goedig. Maar 't misbruik dat de wereld daarvan gemaakt heeft, dwong me, niet dan geharnast uit te gaan.
Waar ik hartelykheid voel, leg ik de wapens af, Vraag het aan de Sneekenaars.-
En ook in dien geest schryf ik U. Ge zyt ‘timide’ zegt ge. Ik ken dat gebrek by... ondervinding. Stryd er tegen zooals ik gedaan heb. Ge moogt niet timide zyn waar uwe hulp vereischt wordt.