[28 november 1868
Brief van Multatuli aan Braunius Oeberius]
*28 november 1868
Brief van Multatuli, waarschijnlijk aan N. Braunius Oeberius. Twee fragmenten in afschrift van Mimi. (M.M.)
Den Haag 28 November 1868
Ik zal spreken
te Joure woensdag 2 Decr
Bolsward donderdag 3 Decr
te Heerenveen vrydag 4 Decr
Dat het aan U niet liggen zal my 't verblyf te Bolsward aangenaam te maken, zie daaraan twyfel ik niet. Denk echter niet dat ik pretentieus ben, waarachtig niet! Maar myn schryven daarover was onder den indruk van Winschoten, waar men my voorkwam gereserveerd en zelfs vyandig gestemd te zijn. En dan de disharmonie tusschen: ‘wy kunnen echter niet meer aanbieden dan f50’ en zekere hoogst deftige fatsoenlykheid die my bevriezen deed. De brief van uitnoodiging was als van arme lui, en de ontvangst affecteerde zekere hoofsheid die ik niet slikken wou.
Hoe ik ook om geld verlegen ben, geld is de hoofdzaak niet!