geklaagd heeft over het onregt, dat noch de pruissische gezantschaps-kapel, noch de evangelische geloofsbelijdenis in het algemeen ooit in Rome officieel door den Paus erkend geworden is; terwijl nergens de Katholieke Kerk meer vrijheid geniet dan in Pruissen. In de zitting van dat jaar had men er bij de hoogste kerkelijke autoriteiten op aangedrongen om aan deze ‘wanverhouding’ een einde te maken. Het is met terugzigt op deze verklaring, dat thans de Westfaalsche Provinciale Synode de conclusie heeft geformuleerd, dat het ‘als een smaad voor de Evangelische Kerk zou te beschouwen zijn, indien men de vestiging eener nunciatuur in de pruissische hoofdstad toeliet, voordat de Paus, van zijnen kant, die kerkgemeente in zijne hoofdstad erkend had.’
- Volgens berigten uit Berlijn, kan het bijeenkomen van den Bondsraad tegen de eerste helft van November worden tegemoetgezien. De voorzitter der Bonds-kanselarij, de heer Delbrück, wordt binnen veertien dagen in de hoofdstad terug verwacht. De werkzaamheden der provinciale Landdagen zullen bijna overal nog in deze maand een einde nemen; alleen van den hannoverschen Landdag verwacht men de sluiting eerst op den 11den November. De leden dezer vergadering, die tevens lid zijn van het pruissische Huis van Afgevaardigden, zouden alzoo juist op hunnen post kunnen zijn tegen den tijd, dat de beraadslagingen over de begrooting een aanvang nemen.
- Volgens het oordeel eener commissie van geneeskundigen, rapport uitbrengende op eenige te dezer zake door den minister van Binnenlandsche Zaken gestelde vragen, is het spinnen van koe- of kalverhaar eene bezigheid, welke de gezondheid ondermijnt. De gevolgen van zulken arbeid zijn, volgens die deskundigen, oog- en borstziekten, en openbaren zich veelal in chronisch lijden, soms ook in volslagen blindheid. Bovendien werkt de bedoelde bezigheid storend op het gemoed der arbeiders; zij drukt den geest neder, en wekt geen ijver op. De minister heeft, ten gevolge van dat rapport, het spinnen van koe- en kalverhaar in strafinrigtingen streng verboden. Daar waar men overeenkomsten met particulieren heeft gesloten over de levering van gesponnen haar, mag de aangenomen hoeveelheid worden afgeleverd, doch het sluiten van nieuwe contracten is verboden. Een Mainzer blad wijdt eenige beschouwingen aan dezen maatregel, en zegt daarover o.a. het volgende: ‘Gaarne brengen wij hulde aan de menschlievende bedoelingen van den minister, die niet