[8 augustus 1868
Eerste nr. Tot Nut van den Javaan]
8 augustus 1868
Het eerste nummer van de eerste jaargang van Maatschappij: Tot Nut van den Javaan bevat op blz. 5-6 in kleiner corps de rubriek Indische Pers; deze rubriek wordt, vóor een aantal scheepsberichten, afgesloten met de onderstaande mededeling, kennelijk aangevuld met een opmerking van redactionele hand. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Aan een particulier schrijven ontleenen wij het volgende:
‘Douwes Dekker heeft vergiffenis gevraagd en erlangd van zijn stoutigheid in de Varietés, en nu zijn vonnis (15 dagen zitten en twee geldboeten van f8) achttien maanden na de uitspraak, ingevolge die kwijtschelding van straf vernietigd is geworden, moet hij, naar ik van verschillende kanten verneem, te 's Hage zijn. Er loopt een praatje dat hij zich aan ons middeleeuwsch ministerie heeft verkocht, en bij Rochussen logeert. O tempora, o mores!’
‘Wij laten de juistheid dezer mededeeling natuurlijk geheel voor rekening van den schrijver.’
Red.
(N. Batav. Hand. Bl.)
Dit gerucht is vrij algemeen en wordt door sommigen zelfs in verband gebragt met eenige voor ons weinig vereerende, noch streelende artikelen in der tijd in de Kölnische Zeitung geschreven, die wel geschikt waren om de aanneming van een hoog Budget van oorlog en nog iets anders te bevorderen. Is Multatuli werkelijk op zulk een vertrouwelijken voet met den heer Rochussen en andere hooge staatsmannen van dien stempel, dan is het eminente gevaar, waaraan vorst en volk onder zulke combinatiën door de laatste verkiezing ontsnapt zijn, niet te berekenen. Wij verzoeken nadere inlichting van wie er in staat toe is.