gesproken wordt, weten wij ook wel; doch de bevoegdheid ligt opgesloten in de roeping van beschaafde natien, en bij goeden wil van de zijde der Parlementen en der Regeringen zullen de gelden gemakkelijk te vinden zijn. De toespeling op de niet-geslaagde poging om de petroleum te belasten is zonderling; die belasting zou terstond een millioen hebben opgebragt, en later nog veel meer. De heer von Bassewitz kon toch niet bedoelen, dat het volk bij voortduring millioenen zou opbrengen om eenmaal de kosten eener astronomische waarneming te dekken? Op de verwijzing naar het inzigt der bijzondere Regeringen moet ik antwoorden, dat bij het daarstellen der regtstreeksche trans-atlantische verbinding met America juist Mecklenburg de eenige Staat was, die niets daartoe heeft bijgedragen.’ Ook de Afgevaardigde von Schweizer sprak in gelijken zin, en zeide, dat Duitschland niet mogt achterblijven, waar zelfs de Paus, voor wiens regtbank eens Galileï zijne onwelgevallige waarheden voor leugens moest verklaren, last had gegeven om eene expeditie uitterusten.
- De Kölnische-Zeitung behandelt het onlangs door den franschen minister van Oorlog Niel uitgebragt rapport over de Chassepôt-geweren in de volgende bewoordingen: ‘De maarschalk zegt, dat dit geweer, voortaan het nationale wapen van Frankrijk, bij het geheele leger is ingevoerd. Natuurlijkerwijze wordt dit nieuwe oorlogswerktuig ten zeerste geroemd, en mogten nu welligt duitsche beoordeelaars van meening zijn, dat dit geweer, even als alle menschelijke zaken, zijne gebreken heeft, dan blijft ons slechts te hopen over, dat de strijd om den voorrang tusschen de uitvindingen van Dreise en van Chassepôt niet beslecht worde door experimenten, waarbij honderdduizenden levende menschen als schijf dienen. Zeer gelukkig echter, en in weêrwil van de hier en daar beproefde pogingen om Duitschland ongerustheid over de fransche weerbaarmaking inteboezemen, schijnt de vreedzame stemming der fransche Regering opregt gemeend te zijn, en men zal moeten bekennen, dat de pruissische haar daarin welwillend tegemoet gekomen is.’ - In een ander artikel wederlegt de reeds genoemde courant zekere beweringen van den franschen Moniteur de l'Armeé, ‘die (naar zij zich uitdrukt) zouden doen vermoeden, geschreven te zijn door een dorpsschoolmeester, die nooit iets van de wereld, of zelfs van de meest nabij gelegen oorden gezien had. Om, gelijk de Moniteur met onnoodige scherp-