Overigens is er veel in je brief dat me natuurlyk verdriet doet, omdat ik nu alweer niet kan helpen, wat je hoog noodig hebben zou. Ik merk het zoo op, dat je geen woord over Stefanie schryft, zelfs niet eens of ze van haar reis terug is, en daar Edu nog altyd by je is, weet ik niet wat ik daarvan denken moet. Vroeger schreef je my dat hy weer by Omboni komen zou, als zy terug gekeerd waren. Is dat veranderd?
Wat my betreft, ik weet niets! Ik wacht. R. was tot het laatste toe zeer lief. (Hy bedankt je voor je lieven brief) Ik ben zeker dat hy 't goed meent, maar Hasselman is zoo bang. R is nu naar Parys (naar zyn schoonzoon den ambassadeur) en daarom zeker hoor ik niets van hem. Ik had hem al geschreven, maar heb nog geen antwoord. Heb je ontv: 2 friesche courantjes
en 5 afdrukken van Engelsche opinions of the press over M. Havelaar? - Dat stuk uit den Westminster review is zeer mooi, niet waar? Maar ook in de andere stukken komen zeer goede passages voor, die de Uitgevers niet op dat kleine blaadje hebben overgenomen, om 't niet te groot te maken, denk ik. Ik hoor van Nahuijs (den vertaler) dat er in drie Engelsche tydschriften die in Mei zullen uitkomen beoordeelingen over M.H. geannonceerd zyn. Ik ben daar nieuwsgierig naar, schoon ik telkens by 't lezen van zulke dingen, als 't heel mooi is, vraag: wat geeft het? Ook in Holland werd ik geprezen en toen ik hulp vraagde, was 't uit. Ook maakt het my verdrietig dat er overal zoo op schryven wordt gedoeld. precies de parabel van Chresos, en die over de doode helden die niet gekocht werden voor zy een deuntje zongen. Ik ben geen schryver. Dat willen ze maar niet begrypen. Ze denken maar altyd dat ik iets kan voortbrengen op commando. Als ik 't deed, zou't zoo ellendig zyn, dat niemand my meer lezen wou. En nu weer andere bezwaren. Als ik nu zooals in myn drama, myn gemoed tendeele lucht geef, is dat weer een pretext om my tegen te werken. Dan zeggen ze: ‘wy wilden dat en dat doen, maar omdat je nu dàt gezegd hebt, doen we 't niet.’ Daarom zwyg ik zoo dikwyls. Die tot nog toe mislukte poging in den Haag, heeft me den winter doen voorbygaan zonder voordragten.
Dat ik den Haag verliet, was om niet vast te vriezen. Hier woon ik goedkoop en daar weet ik niet waar ik heen moet. Mimi kan voor weinig geld wat eten maken, en ik moet in den Haag meer verteren dan een heel huishouden kosten zou.