R. schreef ik hem dat hedenmorgen vroeg. Hy geeft in de zitting van vandaag dien brief aan van Zuylen (buit. zaken.) Dan zal hy my aan v.Z. voorstellen, en ik ben in spanning of ze zullen durven de liberale partij trotseren. Ieder meent (en zy zelf ook) dat zy aftreden moeten.
Myne condities voor den steun zyn dat myn ontslag worde ingetrokken, rappel van wachtgeld, herstel in dienst, en dan ter beschikking van binnenl. zaken voor de grondwetsverandering, en van buitenl. zaken om te stryden tegen graaf Bismarck die Holland bepaald wil inslikken. Dat alles staat ook in myn briefje van vandaag.
Ik ben benieuwd hoe v.Z. het opneemt.
Ook heb ik gezegd (en R. was 't daar meê eens: als de min. van Kolonien niet wil wat ik wil, en wat het belang der Regering is, moet hy maar aftreden. (Hasselman namelyk is een gewezen resident, en dus myn geboren vyand) -
Kortom, ik zit in een moeielyke schaakpartij.
Mimi heeft me je brief gezonden van 29 february. (Edu lyk openen &c)
Ik kan nu op niets antwoorden.-
Het ergste is dat ik zoo vrees geld te kort te komen om langzaam te ageren. Maar zoodra ik v.Z. spreek zal ik dat zeggen. Lang wachten kan ik niet.
C'est à prendre ou à laisser.-
Vraag je nu bepaald hoe de kansen staan? Ik weet het niet! Dan eens denk ik ja, dan eens neen!
Je begrypt dat de ministers veel eigenliefde & valsche schaamte te overwinnen hebben om my te helpen, en daardoor te erkennen dat ze my noodig hebben.
R. is goed, maar wat helpt dit. Behalve Heemskerk (binnenl. zaken) is hy boos op alle ministers.
Dag beste tineke, Och neem myn haastig slordig schryven goed op. Myn toestand is zoo gespannen, Ik ben bovendien ziek van verkoudheid en wacht elk uur een briefje om by v.Z. te komen. Ik moet nog een hoed koopen.
R. vertelde my dat Bekking dood is, en nogal mal. Hy had eene maitres te Scheveningen. By háár zynde is hy door eene beroerte getroffen.
Dag beste beste tineke, kus de lieve kinderen. Ik schreef in dien brief