Volledige werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868
(1979)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 692]
| |
's Hage 4 Maart 1868 Waarde Heer Huet! Ik ben in den Haag. - Eindelyk! Na myn gewurm sedert 29 Nov. eindelyk hier! R. heeft het druk met de Kamer, en ik zal hem van avend 8 uur spreken. Ik heb weinig idee van de zaak, en kwam slechts pour acquit de conscience. Kon ik 't zoover brengen, dat ik myn vrouw en kinderen van Milaan kon verlossen dan ben ik tevreden. Maar daartoe is betrekkelyk veel noodig. Ik moet weten waar ik hen ontv. kan. Dat ik u in zoolang niet schreef, was uit verdriet. Hoe ik dit jaar geleefd heb, is niet te beschryven. Het tobben om in 't leven te blyven, absorbeert myn leven. Dat is jammer. Ik wenschte U gaarne te spreken, en vraag U of 't U schikt dat ik Zondag eens, heen en weer op een dag, overkom? Ik houd uwe invitatie om te logeren voor vervallen, daar gy zelf nu op uw vertrek staat, en de wanorde van zoo'n aanstaand opbreken groot is. Dus dat is beter niet. Maar U spreken zou ik gaarne willen. Het schryven verveelt me gruwelyk. Antwoord my S.V.P. in het hotel Toelast. Ik ben wel nieuwsgierig naar den afloop van myn gesprek met R. Hyzelf schryft me dat de toestand (der Regering?) critiek is. Verdient ze beter? Wees intusschen hartelyk gegroet van t.a.v. Douwes Dekker |
|