[20 februari 1868
Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
20 februari 1868
Brief van R.J.A. Kallenberg van den Bosch aan E.J. Potgieter. Dubbel velletje postpapier, waarvan twee bladzijden beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Huize Laanzigt, bij Breda, 20 Februari 1868.
WelEdelgestrenge Heer!
Eindelijk ben ik bij magte om U nog eene kleine bijdrage voor Mevrouw D.D. te kunnen toezenden, en heb ik het genoegen UEg: hierin aangeteekend overtemaken een bankbillet groot f60. waarvan nota hieronder. - Het is met leedwezen dat ik niet meer en niet vroeger wat kon afzonderen, voor het fonds waaruit de ongelukkige vrouw door U zoo edelmoedig wordt ondersteund, maar ik hoop toch, dat iedere gift, hoe gering ook U welkom zal zijn. - Zeer verlangend ben ik iets omtrent haar toestand te vernemen, en die harer kinderen. - Mogt de kwaal die haar leven ondermijnt niet ongeneeslijk zijn, en eenige hoop op herstel toelaten.-
Van D.D. zelf, heb ik niets meer vernomen, en dus vermoed ik dat