[13 december 1867
Rekest van Multatuli aan de Koning]
13 december 1867
Rekest van Multatuli aan de Koning ter verkrijging van gratie (Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
Bovenaan rechts staat de ambtelijke notitie: 18 Decb. 1867 n 40; de eigennaam, de plaatsnamen en de woorden: veertien dagen hebben een latere onderstreping in potlood.
Opmerkelijk is dat Multatuli noch de datum van het delict vermeldt, noch die van het vonnis (18 januari 1866).
Zie omtrent dit rekest ook Multatuli's brief aan Tine d.d. 14 december 1867.
Aan
Zyne Majesteit den Koning der Nederlanden,
Groothertog van Luxemburg, enz, enz.
Geeft met den diepsten eerbied te kennen:
Eduard Douwes Dekker,
oud Oost-indisch ambtenaar, thans tydelyk woonachtig te Keulen. Dat hy, voor omstreeks twee jaren zich bevindende in eenen Schouwburg te Amsterdam, zich in een oogenblik van drift heeft laten vervoeren tot handtastelyke beleediging van twee heeren die eene respectable vrouw beschimpten.
Dat hy hiervoor door de Arrondissements Regtbank te Amsterdam