damsche beurs zoo fraai te vinden? Dat begryp ik niet. Maar ik begryp bovendien hoe langer hoe minder van de heele maatschappy. Myn heele intelligentie hangt van niet-begrypen aan elkaêr.
Dat juist ik zoo hartelyk instem met uw ontmaskeren van ten Kate's bedrog, is, omdat ik zyn wyze van doen onder de gevaarlykste leugens reken. Ik kan nooit zulke dingen lezen, zonder te denken aan ‘zondigen tegen den H.G.’ Dàt zal niet vergeven worden, staat er.
Dat er schoone verzen in zyn werk zyn, (ja, dat aangehaalde op (uw) blz 12, 13, vind ik heerlyk) wat bewyst dit? Dat die heele verzenmakery een kunstje is, een handigheid. De Japanners doen een tol loopen op een gespannen koord; ik heb in Egypte een geit zien staan op 6, 8, 10, op elkaar gelegde kootjes; wy hebben de o-sprook de a-praat, de e-legende, en preeken zonder r gehad, en wat niet al! En sommigen dier forcetouren stel ik, in moeielykheid van uitvoering, (ja soms ook in nut) gelyk of boven 't kunstje van verzenmaken. Dat kunnen gy en ik ook. De vraag is, of we zoo goed zouden slagen in 't lezen van een rebus in de Illustraties?
Hoe het zy, ten Cate kent het kunstje, al mag ik niet toestemmen dat de rhythmus hem nooit in den steek zou laten. Of ligt het aan my, dat ik (uw blz. 32) vraag: wie er van 't neurien of vertalen van psalmen gesproken heeft, in tegenstelling van dichten? (er staat: ‘psalm-DICHter’) Welke booswicht heeft (op uw blz. 32) den armen menschen hun wetten afgenomen? (‘wetGEver’)
Is voorts de caesuur niet leelyk in:
van aarde en he|mel, Ménsch|...
dan die de Mees|te is óok|...
Is er niet een gevecht tusschen scansie en noodzakelyke betooning, in
Bode én Vertrouwling Gods.?
Maar dat is byzaak. Want ik moet erkennen dat hy overigens - och, wel beschouwd is toch die heele prosodie eene conventie. Maar des te laffer wordt dan ook de verzenmakery.
Toch heb ik nog een opmerking die 't metier aangaat. Wy weten nu eenmaal dat de handigheid veelal bestaat in 't vinden van eene klinkende slot-strofe. Al wat dan noodig is om dien regel voortebereiden (of juister, telle quelle mogelyk te maken al ware dan de voorbereiding zoo precies niet) moet men maar slikken, als de laffe ‘couplets’ in een duitsche vaudeville. Zes regels zinneloos vulsel lei-