Volledige werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868
(1979)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdVan den Rijn, 3 April.Uit Frankfort wordt geschreven, dat men in die stad nog altijd bezig is met het verkoopen van mobilair en andere voorwerpen, welke in gebruik zijn geweest bij de vergadering van het voormalige Duitsch-Verbond. De meeste van die zaken worden boven den materiëlen prijs verkocht, dewijl daaraan door sommige koopers geschiedkundige waarde gehecht wordt. Eenige voorwerpen echter, welke voor bijzonder belangrijk werden gehouden, gaan naar het Germaansch Museum te Neurenberg. Vele gewezen gezanten bij het Duitsch-Verbond, namelijk de zoodanigen, die tevens geaccrediteerd waren bij naburige Hoven, resideren nog altijd te Frankfort. Op den 31sten Maart zou de nederlandsche gezant, de staatsraad von Scherff, de stad verlaten; zijne functien (het viseren van passen | |
[pagina 171]
| |
enz.) gaan over op het nederlandsche consulaat. De heer Telesforo Escalante, vroeger spaansch consul te Parijs, is in die hoedanigheid naar Frankfort overgeplaatst. De ridder Gambarotto, thans te Lyon, zal Italie vertegenwoordigen. Voorts berigt men, dat het te Frankfort verschijnende fransche blad Europe nu definitief verkocht is aan den heer de Witte, een geboren Nederlander. De vorige hoofdredacteur was de heer Ganesco, die vroeger te Parijs den Courrier du Dimanche bestuurde, en nu, naar men beweert, door de turksche Regering belast is met het redigeren van stukken, waarin de belangen van dat Rijk tegenover de europesche mogendheden en de publieke meening worden verdedigd. - Uit Wiesbaden wordt van 31 Maart geschreven: ‘Te naauwernood heeft de staatkundige beweging zich eenigermate ter ruste geneigd, en reeds overvalt ons eene andere agitatie. Van katholieke zijde dringt men aan op het stichten van roomsche volksscholen, uit de middelen der gemeente. Tot heden bestonden, als het ware, onze scholen zonder concessie of uitsluitend reglement, en er werd slechts scheiding tusschen de leerlingen gemaakt bij het eigenlijk gezegde godsdienstige onderrigt. Dit willen de katholieken veranderd zien, en tegen die verandering verzetten zich de gemeenteraad en een groot aantal burgers, welke zich te dien einde door eene commissie doen vertegenwoordigen. Reeds is eene petitie gereed, waarop duizenden geteekend hebben, en die door den heer dr. Braun (den wiesbadenschen Afgevaardigde in den Rijksdag) den minister van Eeredienst zal worden aangeboden. Morgen (1 April) wordt de speelbank weder geopend. Velen zijn hier zeer verstoord op de Kölnische-Zeitung, die in den laatsten tijd gedurig tegen die inrigting geijverd heeft. Wel moet men de waarheid der tegen het spel ingebragte gronden beamen, maar velen stellen hun eigen belang boven de eischen der zedelijkheid. Dat de speelbank vreemdelingen trekt, en daardoor geld in omloop brengt, is gewis; en zij, die daarvan voordeel genieten, schijnen de meening van Vespasianus aantekleven, en elk voordeel welriekend te vinden, al vloeide het dan ook uit eene onzuivere bron.’ - In de kolossale ijzerfabriek van den heer Krüpp, te Essen, heerscht eene buitengewone bedrijvigheid. Men zegt, dat deze fabriek te leveren heeft 2370 stukken geschut voor veld-, vesting- en marine-artillerie; hetwelk eene waarde van 3½ millioen th. zou vertegen- | |
[pagina 172]
| |
woordigen. Het grootste kanon is een duizendponder van gietstaal, en weegt 1000 centenaars. De waarde van dat stuk, hetwelk voor de Parijsche tentoonstelling bestemd is, wordt op 130,000 th. geschat. |
|