echter hetgeen, in verband met die benoeming, omtrent het aangaan van een beijersch-pruissisch bondgenootschap gezegd is, als voorbarig te mogen beschouwen; hoewel het niet zoo geheel onwaarschijnlijk zou zijn, dat deswege eenige openingen hadden plaats gehad. De insigniën der genoemde orde bevinden zich overigens, wat door de dagbladen hieromtrent ook gezegd moge zijn, reeds sedert lang in graaf Bismarck's bezit en zijn, indien ik wel onderrigt ben, door graaf Bray naar Berlijn overgebragt.’
- Uit Wiesbaden wordt gemeld, dat Hertogin Adelheid de zwaargekwetsten in het hospitaal bezocht, en aan elk hunner f10 geschonken heeft. - De stemming der stad schijnt zeer gedrukt te zijn, en komt niet geheel overeen met adressen van dankbetuiging voor het inlijven. Een hoofdmoment voor Wiesbaden schijnt te liggen in het voortbestaan of afschaffen der speelbank. Zij, die, uit gronden van moraliteit, tegen die inrigting pleiten, schijnen toch hunnen afkeer ondergeschikt te houden aan de hoop op schadeloosstelling, of althans, op behoud van andere voorspoedsbronnen. Hieronder wordt voornamelijk geteld het niet-verplaatsen of supprimeren van 't zeshonderdtal beambten, die, onder het nassausche regime, te Wiesbaden den Staat vertegenwoordigden. Er zijn er, die inconsequentie vinden in het ijveren tegen spel en voor overmaat van bureaucratie, en zij, die dankbaar zijn voor de annexatie, zullen gewis niet bedoeld hebben, het verlies van 's lands zelfstandigheid te vieren met behoud van al te drukkenden vorigen last. De Wiesbadensche couranten beweren, dat de stad kwijnen zou bij 't vertrek van al die heeren. Anderen zeggen, dat de Staat kwijnen, of althans lijden zou door 't blijven. Doch, ook afgescheiden van deze aangelegenheid, ziet men de toekomst donker in. De zware inkwartiering (terwijl de kazernen leêgstonden) heeft velen ontstemd. - De Nassauers maken zich gereed tot de Parlements-verkiezingen. Er worden volksvergaderingen voorbereid. - Het burger-comité te Kassel heeft den gemeenteraad verzocht, de stadsgebouwen te doen versieren op den dag, waarop de definitive inlijving in Pruissen zal voltrokken worden. Men weet niet, in hoe ver dit comité onder pruissischen invloed staat.
- Toen Homburg, door den dood van den Landgraaf, aan Hessen-Darmstadt verviel, gaf Prins Lodewijk van Hessen te kennen, dat hij voornemens was, jaarlijks eenige zomermaanden aldaar doortebrengen. Men verneemt nu, dat de Koning van Pruissen het Hom-