[19 september 1866
Brief van Multatuli aan Mr. P. Mijer]
* 19 september 1866
Brief van Multatuli aan Mr. P. Mijer; kopie uit dezelfde tijd door Mimi. Enkel vel postpapier, tot onderaan blz. 2 beschreven. (M.M.)
Coblenz. 19 September 1866.
Aan zyne Excellentie
den Heere Mr P. Meyer,
Oud Minister van Kolonien,
Benoemd Gouverneur Generaal
van Nederlandsch Indie.
Excellentie!
De couranten brengen my het berigt der benoeming van uwe Excellentie tot Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indie.
In de hoop dat die tyding zich bevestige, ben ik zoo vry my tot uwe excellentie te wenden met het verzoek om te worden herplaatst in Nederlandsch-Indische dienst.
De redenen die my nopen tot dezen stap, liggen eensdeels in de overtuiging dat het myn pligt is deze poging aan te wenden om myn gezin te redden uit den nood waarin het sedert jaren verkeert, en ten andere in den wensch om nuttig werkzaam te zyn in het land dat ik liefheb, en in zoodanigen werkkring als waartoe uwe excellentie my geschikt mogt achten.
Rang en inkomsten zouden my betrekkelyk onverschillig zyn, indien ik slechts in de gelegenheid werd gesteld, by eventuele benoeming my door myn gezin naar Indie te doen vergezellen.
Excellentie! Voor zooverre men my meent te kennen als publiek persoon, ben ik veelal verkeerd beoordeeld geworden. Men hielt my voor een tegenstander van orde en wet, terwyl ik juist party trok vóór orde, en my verzette tegen het aanhoudend schenden van de wet.
By wederplaatsing in Indie, op eene wyze zooals Uwer Excellentie het geschikt zou voorkomen, zou ik my bey veren door stipte pligts-