Volledige werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866
(1977)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdVan den Rijn, 8 September.Men verneemt uit Wiesbaden, dat, in weerwil van de officieel als zeker gestelde pruissischgezindheid der bevolking, toch nu en dan deze of gene maatregel schijnt te doelen op dissidentie. De vrij zware inkwartiering, ook in den omtrek, stemt onaangenaam, en men ver- | |
[pagina 682]
| |
langt naar het einde van den overgangstoestand. ‘Over de vraag, of 't beter zij, Nassau te blijven of Pruissen te worden (zegt men), zou nog verschil van meening mogelijk zijn; maar 't staat niemand aan, noch Pruissen, noch Nassau te wezen.’ Men verwacht van de inlijving veel goeds voor de industrie. De eigenaars van ertsgroeven verkrijgen een ruim débouché voor hun product, en de pruissische industriëlen goedkooper ijzer. Ook belooft het vertier van steenkolen veel goeds. De nassausche burgemeesters hebben nu last bekomen, de lijsten te doen opmaken van kiesgeregtigden voor het noord-duitsch Parlement. Die lijsten moeten binnen 14 dagen gereed zijn. Men verwacht, dat de definitive inlijving wel vóór dien tijd zal worden afgekondigd. Van officiële zijde is men ijverig in de weer om te betoogen, dat het in beslag nemen van gelden in rijks-kassen volstrekt niets te maken heeft met roof of hebzucht, maar integendeel heeft gestrekt in het belang des lands, door aan de voormalige Regering de middelen te ontnemen, zich te verzetten tegen de heilrijke omkeering. De nu eerlang pruissische bevolking moet zich verheugen, dat die gelden, door in de pruissische staatskas te vloeijen, haar eigendom gebleven zijn. - Alle openbare autoriteiten hebben last bekomen, zich pruissische vlaggen aanteschaffen. Hiermede wordt echter niet bedoeld, dat de nassausche vaan niet meer zou mogen worden uitgestoken. Integendeel, het gebruik der oude kleuren wordt uitdrukkelijk toegestaan, met de beperking evenwel, dat van een openbaar gebouw de nassausche vlag nimmer alleen zal mogen waaijen, maar steeds in gezelschap van de pruissische, en wel daaronder. Aanstaanden zondag zal te Wiesbaden eene vergadering worden gehouden door de gewezen leden der beide Kamers, die na de weigering om het budjet van Oorlog goedtekeuren, door de vorige Regering waren ontbonden. Het hoofdonderwerp der discussie zal wezen: het beramen van middelen tot het verzekeren van den regtstoestand der domeinen, opdat niet, bij de scheiding tusschen Vorst en land, ongeveer een vijfde gedeelte der bosschen, een tiende der wijnbergen, akkers en weiden, alsmede een zeer groot deel van de bergwerken wederregtelijk worde aangemerkt als privaat-eigendom der dynastie. Naar men verneemt, houdt de Hertog zich bij zijnen stiefoom Prins Frederik van Wurtemberg, te Stuttgart, op. Het leger bevindt zich nog | |
[pagina 683]
| |
altijd nabij Ulm. Niemand begrijpt de oorzaak dier vertraging. - De door de stad Frankfort uitgeschreven leening van twaalf ton was terstond volgeteekend. Geen bankier van naam heeft zich onttrokken. Men begint nu te gelooven, dat er van de betaalde zes millioen oorlogs-contributie een groot gedeelte zal worden gerestitueerd. Als hoofd-motief dezer inschikkelijkheid wordt aangevoerd, dat de last op te weinig individuen zou drukken, daar Frankfort wel eenige zeer rijke burgers, maar, over het geheel genomen, juist niet zoo bijzonder vele welvarende ingezetenen telt. - De tijding, dat eindelijk ook met Hessen-Darmstadt vrede is gesloten, heeft te Darmstadt en te Mainz groote vreugde veroorzaakt. Men begon zeer ontevreden te worden, vooral daar het gerucht den Groothertog beschuldigde, zijne geheel personele aanspraken op Homburg te veel te doen gelden, ten nadeele der algemeene zaak. Het onderhoud der pruissische troepen en de uitgaven voor het geheel onnoodig bijeenhouden van het hessische leger in Rijnhessen kostte 25 à 30,000 fl. daags. Het sluiten van den vrede komt te Mainz zeer gewenscht. Die stad was opgehoopt met garnizoen. Vooral in verband met de cholera, die dezer dagen weder toenam, verlangde men naar verandering. Ook uit een financieel oogpunt was verademing noodig, daar alle uitgaven voor de bezetting ten laste kwamen van de stadskas. Men hoopt, dat Pruissen voortaan zijne eigene militairen zal betalen. - Men wordt bezorgd voor den wijnoogst, die kort geleden nog zoo veel beloofde. De aanhoudende guurte en den regen doen veel nadeel. De druiven hadden zon noodig om te rijpen. |
|