[22 augustus 1866
Brief van d'Ablaing aan Broens]
22 augustus 1866
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan G. Broens. Fragment. (Kopieboek 4, blz. 162-164. M.M.)
Ik heb Uwe brieven nog eens bedaard nagelezen en ik geloof thans dat ik ze minder aan onbeschaamdheid dan aan tijdelijke verstandsverbijstering moet toeschrijven ik begrijp anders niet wat ge wilt met de schriftelijke herhaling van de waarschuwing tegen boekverkoopers u gegeven door E DDekker een man die schulden heeft wegens voorgeschoten gelden bij iederen uitgever met wien hij als schrijver in aanraking is geweest, of vindt ge verband tusschen waarschuwing en handelwijze van Multatuli en voelt ge u aangespoord daarom het [ge]geven voorbeeld te volgen, zelfs tegenover den boekverkooper die u vriendschappelijk, belangeloos zijne diensten aanbood en verleende.