[19 augustus 1866
Brief van Multatuli aan Huet]
19 augustus 1866
Brief van Multatuli aan Cd. Busken Huet. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 2 beschreven en als vouwbrief verzonden. (M.M.) Op blz. 4 het adres: Monsieur Cd. Busken Huet Bloemendaal Hollande.
Coblenz 19 Augustus 1866
Waarde Heer Huet, Dank voor het gezondene, en vooral voor Uw hartelyken brief. Ik begryp de welwillendheid der H.H.E. niet en voel er my bezwaard door. Ik zal U zeer verpligt zyn als ge kunt te weten komen wat er hapert aan myn bulletins. Ik zelf erken dat ze onbeduidend zyn en geen f 3 waard in plaats van f 50, maar wèl zyn ze zoo goed als ik ze, naar Uwe opgave van vereischten, maken kon. Ik wilde heel graag meer en beter werk leveren. Och, zend my eens een paar Haarl: Couranten, dan zal ik daaruit trachten optemaken, hoe myn berigtjes moeten zyn om gebruikt te worden. Gy begrypt dat het drukkend is dat geld te ontvangen voor niemendal. Ik kan U niet zeggen hoe gek 't my klinkt dat gy in een ondergeschikte positie zyt. Nu, ik vind dat personen die U tot ‘bediende’ maken (gy zelf noemt het woord) my niet zulke welwillendheid kunnen toonen. Daarom blyft my de zaak een raadsel.
Als ik my goed den dreun herinner waarop ik myn moeder den haarlemmer moest voorlezen, passen myn bulletintjes precies voor die muziek. Wat drommel waarom gebruikt men ze niet. Ik begryp 't mìnder dan dat gy niet tevreden waart over die eerste praatbrieven. Dàt vatte ik.
Hartelyk met uwe vrouw gegroet van
t.a.v.
Douwes Dekker