afhankelijk van aanmatigende domme menschen - voor wie hij toch moet bukken en buigen wil hij zich niet op allerlei wijze getemteerd en genegerd zien - daarbij levende onder een serviel publiek dat altoos de partij kiest van 't gezag - ik vraag u: zou uw gemoed die rust en kalmte kunnen behouden, die ik u nu inderdaad beneiden zou, indien men zoo iets beneiden mogt? Het edele gemoed van een Spinoza zelf zou geloof ik daaronder lijden, zich bezwaarlijk van bitterheid of ontmoediging kunnen vrij houden. 't Laatste is met mij het geval - Ik ben dezer dagen erg neêrslachtig. Een geringe aanleiding is dikwijls voldoende om mij in sombere gemoedsstemming te brengen. Had ik de zekerheid voor goed in Holland te kunnen blijven, het zou welligt anders zijn; maar ik geloof niet dat dit geschieden zal, en met het oog op den goeden Meinsma mag ik 't ook niet wenschen. Deze houdt zich tamelijk wel schoon hij nog volstrekt zijn kamer moet houden. Hoewel, naar ik geloof, radicaal herstel niet mogelijk is, zoo zal hij toch den winter wel doorsukkelen en alligt in den zomer wat opknappen om zijn werk te kunnen hervatten en dan raakt mijn verlofstijd om.-
In Utrecht wil men naar ik hoor ook een dergelijke inrigting in 't leven roepen, en zal men daar dus docenten noodig hebben. Maar in 't vroome, godzalige Utrecht, de zetel van Opzoomer, Oosterzee en Millies (deze laatste vooral moet mij zeer haten naar ik hoor) zal men mij wel niet willen nemen. Waarschijnlijk zal mij dus niet anders overschieten dan weer naar Indië terug te keeren. Zoo ik daar nog bij 't Gymnasium geplaatst kan worden dan is 't wel - maar moest ik weer in dezelfde verhoudingen in mijn voormaligen werkkring treden - dat zou bezwaarlijk voor mij te doen zijn na alles wat ik daar ondervond en wat daar geschied is.
En zoo gaat het met de meeste dingen als ik ze goed bezie en beschouw in het licht, dat er door de omstandigheden op geworpen wordt. Zijn grootste vijand heeft Dekker, naar mijn inzien dan ook niet in zich zelf - want hij leeft geheel voor de waarheid en het goede - maar in de lauwheid van ons publiek. Zelfs dat eenvoudig middel dat hij zelf aan de hand heeft gedaan om hem op kiesche wijze te steunen en tot werken in staat te stellen - de uitgaaf van zijn portret - hoe weinig bijval vindt het! Ik heb van mijn kant gedaan wat ik kon, ja zelfs ben ik reeds boven mijn krachten gegaan. Ik heb hem reeds twee maal, om hem uit grooten nood te redden, mijn geheele