[21 augustus 1865
Brief van d'Ablaing aan Van Gelder Zonen]
21 augustus 1865
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan Van Gelder Zonen. Fragment. (Kopieboek 3, blz. 65. M.M.)
Ao. Po.: anno passato, verleden jaar.
Ik moet u nogmaals beleefdelijk mijne verontschuldigingen maken over de traagheid waarmede ik dit jaar gedwongen ben ook u te voldoen. Dit jaar is voor mij hoogst moeijelijk, als een gevolg van mijne verhuizing laatsleden jaar en de kosten vooral wegens timmering van een winkelopstand enz. enz. daaraan verbonden, voorts door den genoegzaam volslagen stilstand van mijn partikulier debiet in dat jaar, mede een gevolg van de verplaatsing en het langdurig timmeren, - verder door de ontvreemding van een vrij aanzienlijke som gelds door een oneerlijken bediende - en door het negen maanden onverhuurd blijven van mijne kamers (f 400. -). Wijders doordien de Heer Dekker in het vorige jaar van zijne Ideen niet meer geleverd heeft dan 16 vel, terwijl de bundel eerst met 26 vel compleet is, waardoor ik van den belangrijken oplaag, in Ao.Po. slechts betrekkelijk een gering getal Exemplaren heb geplaatst, op verre na niet voldoende de gemaakte kosten te dekken, en eindelijk doordien de Heer Dekker mij in den aanvang van het jaar gepersuadeerd heeft in vollen eigendom van hem te koopen al zijne werken tot en met het tweede deel der Ideen (hetgeen nu nog niet eens compleet is) alles tegen comptant geld, - berekend tegen hoogen prijs. -
Nu eenmaal al die werken mijn uitsluitend eigendom zijn, en ik de