Volledige werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866
(1977)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdIngezonden.Ik lees in den nieuwen Rotterdammer dat het stuk: ‘de bruid daarboven’ zoo bijzonder slecht is. Nu, dat meende ikzelf vroeger ook. | |
[pagina 434]
| |
Maar de uilige manier waarop de berigtgever van die krant een paar van die fouten opsomt, doet mij overhellen tot de gissing dat, bij slot van rekening, de som dier fouten mijne Jugend-Sünde wel eens tot 'n meesterstuk kon maken. Ik loop te meer gevaar toetegeven in deze verwaandheid, omdat ik bij de (uitmuntende!) voorstelling door 't gezelschap van den Heer De Vries, ontwaarde dat vele toeschouwers aangedaan waren. En - ik beken dit - ik zelf ook, iets wat me nog zelden gebeurde bij 't lezen van de Nieuwe Rotterdammer Courant, of 't moet van verontwaardiging geweest zijn. De berigtgever klaagt, dat hij in mijn stuk geen strekking heeft gevonden. Natuurlijk! De man heeft alleen kunnen vinden wat onder 't bereik lag van elken kleinen jongen, of Mr. de la Palisse. Ik wil hem dus wat helpen in de dingen, die dieper liggen. De ‘bruid daarboven’ heeft de ‘strekking’ om aantetoonen, hoe Havelaar, in 1843, zou voorbeschikt zijn tot 'n slagtoffer van droogstoppels, slijmeringen, gouverneurs-generaal in ruste, kadasterministers, vry-arbeiders, kultuurstelselaars en krantenberigtschrijvers, als hem niet, in 1862, Multatuli ware ter hulp gekomen. De ‘bruid daarboven’ krioelt van fouten. En de soort - overdreven offerzucht, bespottelijke dweeperij met vermeenden pligt, enz. - is zóó ongewoon, dat de vraag zich opdoet of niet die fouten, voor 'n groot deel, waarde hebben als curiositeit. Ik ben zoo vrij te gelooven dat er behoefte is aan wat meer fouten van die soort, en noodig dezen en genen uit, zich nu en dan eens schuldig te maken aan jagt op overdreven deugd. De fouten in ‘de bruid daarboven’ verklaren den Havelaar. Ziedaar de Strekking van 't stuk, m'nheer...‘Wij.’ Amsterdam, 20 Januari 1865. Multatuli. |
|