te rigten tot den Heer hoofdkommissaris van Politie.
U hoogedelgestrenge beleefdelyk verzoekende deze myne handeling alleen toeteschryven aan myne begeerte om in den kring myner vermogens meêtewerken tot het goede, heb ik de eer met de meeste hoogachting my te noemen
Uwhoogedelgestrenge dienstwillige Dienaar
Douwes Dekker
Hoogedelgestrenge Heer Mr H.A. Hartogh
Officier van Justitie bij de arrondissements regtbank
Alhier
Afschrift
Amsterdam 15 sept 1864
Weledelgestrenge Heer,
Ik beschouw het als myn burgerpligt Uwedelgestr. opmerkzaam te maken op een feit dat by gelegenheid der kermis hier ter stede, elken dag plaats heeft, en dat myns inziens, ten regte behoort te worden gerangschikt onder de rubriek: ‘attentat aux moeurs’
Een zogenaamde wilde verslindt ten aanzien van kermisgasten (die voor hun pleizier uit zyn) levende dieren. Onder 't publiek dat zyn tent bezoekt, zyn kinderen.
Ik ben overtuigd, mynheer de hoofdkommissaris, dat ik geen woord behoef toetevoegen aan deze mededeling, om UWEDG te moveren ten spoedigste een eind te maken aan zulke grove schending der wetten van goeden smaak, van gevoel, en van zedelykheid.
Ik heb de eer, enz
w.g. Douwes Dekker
voor eensl. afschr.
Douwes Dekker.
Weledelgestrenge Heer Hoofdkommissaris van Politie te Amsterdam