Volledige werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866
(1977)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 371]
| |
Bruxelles, le 27 Août 64. Ecoute, ma Loulou chère, j'ai à te dire des bonnes choses, qui te feront plaisir. Notre position s'est améliorée de beaucoup. Dekker sera payé dès qu'il a fini une feuille d'imprimerie (tu sais, une feuille sont huit pages); il travaille avec un élan incroyable; trois presses ne suffisent pas pour imprimer ce qu'il écrit. Hij zegt: ‘ik schrijf zoo, als zeker nooit iemand geschreven heeft, comme la foudre.’ Il est si heureux à présent: notre misère touchera à sa fin. Aujourd'hui j'ai déjà payé des notes qui me pesaient beaucoup. Je suis nerveuse, mais à présent de bonheur et de joie. Dekker m'écrit des lettres plein d'amour; il croit être sûr de triompher. Il est si heureux! Son esprit s'est épanoui comme une fleur. Oh, tu le verras, il est un génie. Vraiment il est adorable. Il m'écrit:‘Armoede heeft opgehouden voor allen, ja voor allen die tot me hooren. Wel nog een beetje schipperen, maar angst en akeligheid niet meer. O Tine, zoo heerlijk! Schrijf 't toch aan Stephanie. Zij zal er in deelen en 't voor je zoo prettig vinden! Uw gevoel voor haar vind ik schoon en wat gij van haar zegt is bezielend. O! geen zorgen meer, geluk te geven aan velen! Ik voel dat ik een nieuw leven inga. Ik ben verbaasd van mijn hoofd; ik weet nu dingen die ik niet wist. De menschen zullen beschaamd staan, dat ze ons zoo dom beoordeeld hebben, mij om mezelf, jou omdat je aan me hechtte. Maar alles zal goed worden. Zeg aan Stephanie, ze niet meer bekommerd over je lijden moet zijn.’... |
|