[3 juli 1864
Brief van Multatuli aan Mimi]
* 3-5 juli 1864
Brief van Multatuli aan Mimi. Afschrift-Mimi, folio 12-13. (M.M.)
minister van kolonien: Isaäc Dignus Fransen van de Putte (geb. 1822).
Zaturdag 1 uur.
Myn brief is op de post, en nu thuis komende vind ik de timmerlui op myn zolder. 't Is uit bestwil om hem bewoonbaar te maken. ik zal er goed kunnen zitten, maar op dit oogenblik word ik weggetimmerd.
Zondag morgen 10 uur.
Vandaag hoop ik een beetje rust te hebben, omdat het Zondag is. Er wordt hier overal getimmerd, gemetseld, geschilderd.
... Ik heb zoo'n hoofdpyn en geen lust in schryven. Ik heb wat veel geleden den laatsten tyd dat is het. Het komt weer by, dat is altyd zoo.
Maandag 4 July.
Mevr. d'Abl. doet wat ze kan. Ze wil gedurig myn zolder opknappen, maar ik wou alles maar zoo laten. Ik zit hier zeer goed, en ik denk dat ik hier prettig zal werken en veel uitvoeren. Als ik werken kan, kan ik onbegrypelyk veel bereiken, dat zal je zien. Niet te kunnen werken is eigenlyk myn eenige klagt. En als 't kan, ben ik opgeruimd ook.
Om wat gêne te verminderen heb ik doorgedreven dat ik in een restaurant eet. Dat doe ik om 100 redenen liever. Van middag ben ik al begonnen.