Nu, 't is goed dat we niet vertrouwen op de veiligheid der onschuld. Want waarlyk 't zou niet de moeite waard zyn schuld te ontwyken, wanneer onschuld kon gemaakt worden tot speculatie. Dan werd deugd een winstgevend beroep, en Kappelman een heilige.
... ‘Wie 't goede doet
opdat een god hem daarvoor loonen zou
maakt juist daardoor het goede tot iets kwaads.
tot handel! en wie boosheid vliedt
Uit vrees voor de ongenade van dien god...
Is laf... -
Dus meid, we moeten trachten goed te zyn met of zonder hoop op zege.
Deventer 6 Juni 64
Multatuli
Is hier bedoeld zogenaamde wereldse grootheid? Nu dan is 't waar, en 't is gelukkig ook, want men zou zich schamen ‘deugdzaam’ te wezen als die hoedanigheid leidde tot voorspoed. (Zie Mina's blaadje)
Maar ik wil Uwe uitspraak anders opvatten Marie en die grootheid nemen in de beteekenis Zielenadel. Ik neem die uitlegging wat willekeurig aan omdat ze my gelegenheid geeft wat te zeggen.
Er is maar één juist antwoord op de vragen hoeveel, hoelang, hoe groot? &c. Drie is niet meer dan drie, niet minder dan drie, drie is drie! En deugd, de hoedanigheid van deugen, is: goed zyn, niet minder & niet meer.
't Zou ondeugdzaam wezen, meer te willen zyn dan goed. Meer is: anders. Meer dan goed is dus: anders dan goed = ongoed = slecht.
De verdeeling der deugd in soorten naar 't gehalte is willekeurig, en zeker uitgevonden door Kooplui die gewoon zyn hun waar te sorteren. Ook doet men 't veelal uit gemak en beoefent een paar deugden liefst welke al pasten in 't lystje der zamenleving, om deugd te ontwyken.
Deugen is: waar zyn, waar tegen anderen, waar tegen zichzelf.
Als ge hierover nadenkt zult ge inzien dat er geen eigenlyke grootheid van ziel bestaan kan. Wanneer zekere afmeting naar waarheid wordt uitgedrukt door de maat: drie, dan is 't streven naar hooger, naar juister, naar volkomener (hier in de vergelyking: naar zielegrootheid die boven deugd zou gaan) afwyking van de waarheid, dus ondeugdzaam.