Ik heb hooren zeggen dat het een gemeene daad is geld aantenemen voor een lezing. Dat heb ik hooren zeggen, mimi. De man die 't zei was schatryk.
Myn kleeren zyn wat oud, en ik had zoo graag nieuwe gehad, wyl 't zoo geneert als ik denk dat iemand het opmerkt. En myn heele program bragt mee dat ik net zoo lang myn tegenzin in betaalde voordragten zou overwinnen, tot ik in zulke dingen kon voorzien - ja, van iets zoo ordinairs af, tot... toe. Nu, en dan zoo'n oordeel! Ieder mag geld aannemen, ieder! Gouverneurs, ministers, kamerleden die hun pligt niet doen. Winkeliers voor slechte waar. Kooplui voor kansrekenen op 'n effect (dobbelen!) Dat mag ieder, maar als ik - door nood geperst - doe wat een vioolspeler doet, een chanteuse, een koorddanser, dan ben ik gemeen. Welnu, ik zet door - omdat het moet - maar ik beken dat het denkbeeld my erg aandoet. Ik gaf zoo graag voor niets weg wat ik weet en ken en kan.
Ik moet lezen te Zwol (ik zou niet eens van hier weg kunnen zonder dat) en ik ben nu bezig met zaal, kaartjes, etc... een walg!
Daarom is myn toon vandaag wat verdrietig...
Verbeelje, ik zit te pluizen in de wet - O! voogdyschap, vaderschap, regt! Och, regt is er niet veel in. Zoogenaamde regten overal.
Curieus - in Amsterdam was 't zoo leêg zeiden ze - omdat het zoo warm was. En nu, hier - 't is guur, koud, en 'n wind dat ik zit te beven. 't Heele huis schudt er van, en ik heb moeite om te schryven van de kou.
Humor! Wil je een staaltje van humor der feiten? Myn broek is stuk. Achter is een naad getornd en voor een knoop af. Nu, en ik wil hem niet te maken geven omdat-i zoo oud is. Ieder volgt my hier met z'n blikken, heel Zwol zou 't weten dat ik hier was gekomen om een nieuwen broek te verdienen! Vergelyk die hinderlyke broek met al de spanningen van den laatsten tyd, met de hooge opvatting van pligt om een mishandelde vrouw te helpen!
Die mishandelde vrouw is ryk, en zou 't zeker niet begrypen hoe men haar ridder wezen wou en niet eerst gezorgd hebben voor 'n heele broek! O, o, die tegenstellingen! ‘Polichinel op den nek van 'n martelaar!’
Ik ben verdrietig gestemd...
Maandag avond half elf. De lezing hier kan niet plaats hebben voor donderdag avend. Dus moet ik nog drie dagen blyven in dit nest.