[30 mei 1863
Brief van Multatuli aan Mimi]
30 mei 1863
Brief van Multatuli aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 3 beschreven. (M.M.)
Hierbij een omslag gevouwen uit een dubbel velletje postpapier met in Dekkers hand geschreven: Mimi.
Verzonden met de brieven van 4 en 6 juni 1863, op grond waarvan een berekening van de datum mogelijk is. (Zie Brieven IV, blz. 132)
Zaterdag morgen beste Mimi! Ik heb u iets te zeggen en verzend dit over de post in de meening, ja met den wensch, dat uw Papa dit leest.
Gister ontving Mevrouw Hotz een briefje van Uw Papa dat ons veel te denken geeft. Ik ga alle nevenzaken voorby, om alleen dit te zeggen dat niemand, en allerminst Uw Papa het regt heeft, u te behandelen als een gemeen meisje. Ik gis dat je wordt bewaakt, opgesloten god weet het! Anders zoudt ge van U laten hooren. Wat U tegenover bedienden &c zoude compromitteren, moogt gy niet verdragen. Gy hebt pligten te vervullen ook jegens Uzelve.
Myne woning staat voor u open. Everdine zal U met liefde ontvangen, en ik zal zorgen voor uwe eer, door wegteblyven van huis, zoolang gy noodig zult hebben daar een toevlugt te zoeken tegen vaderlyke tyrannie.
Laat dit lezen aan je Papa.
Ik groet je hartelyk. Douwes Dekker
De bedenking dat je blyven moet om de ziekte van je mama is een verkeerde speculatie op uw gevoel. Het is voor je Mama niet goed dat je Papa door zyn onverstandige dwang scènes veroorzaakt, en dat hy U die zoo stipt uw pligt deed, door zyn gewelddadige maatregelen doet voorkomen als een slecht meisje. Dàt zal uw Mama benadeelen. Je Papa is je niet waard. Als men zóó handelt met meisjes die pligt betrachten met offers van de liefste aandoeningen hoe zou men 't maken met anderen?