[22 augustus 1862
Brief van d'Ablaing aan Köster]
22 augustus 1862
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan H. Köster te Delft. (Kopieboek 2, blz. 48. M.M.)
M.
Bijgaande één Ex. Ideen van Multatuli 1-23. Met 26 is de eerste bundel volledig.
Ik heb in der tijd 7/6 Ex. aangeboden - bij vooruitbestelling. Na het verschijnen der eerste vellen tot het verschijnen van vel 12 werd de premie 7/6,5, en na het verschijnen van vel 12 13/12.
U houde mij dus ten goede dat ik thans nu van de Ideen 23 vellen verschenen zijn, nu het debiet gevestigd is en ik nog slechts zeer weinige Ex. van den tweede oplaag over heb, ik niet meer de premie kan verleenen, die ik aanbood bij vooruitbestelling. Mogt het getal Ex. die u successievelijk in den loop van dit jaar zult aanvragen tot twaalf klimmen, dan zal ik, in aanmerking nemende het getal dat u in het geheel plaatst, u een premie Ex. toestaan, zoo goed alsof u 13/12 in eens had aangevraagd.
Ik heb de eer te zijn
UEDwD.